Het kritieke overslagdebiet is een tijdgemiddeld debiet. In werkelijkheid is er geen sprake van een constant debiet, maar gaat er per inkomende golf een hoeveelheid water over de constructie heen en dan weer enige tijd niets. Deze overslaghoeveelheden per golf hangen af van de golfhoogte en de afstand tussen de waterstand (stilwaterlijn) en de kerende hoogte. Hoe groter de golfhoogte hoe groter de hoeveelheden per overslaande golf zijn bij eenzelfde gemiddeld overslagdebiet. Dit aspect moet worden meegenomen bij het vaststellen van het kritieke overslagdebiet in verband met de sterkte van de bodembescherming en dat van het keermiddel onder dynamische belastingen. Voor het bepalen van het instromend volume voor komberging is alleen het tijdgemiddeld overslag-/overloopdebiet van belang en speelt dit aspect niet.

In de EurOtop-manual [Van der Meer, et al., 2018] is een relatie gelegd tussen de golfhoogte en het gemiddeld debiet. Hierbij moet bedacht worden dat:

• Dit met name van belang is voor kunstwerken waar het overslagdebiet rechtstreeks de bodembescherming belast (met name coupures). Voor kunstwerken waar het overslagdebiet in een watermassa achter het kunstwerk terecht komt is het volume per golf veel minder van belang.
• Het bij verificatie voor de hoogwatersituatie gaat om een proces van doorgaande erosie van de bodembescherming. Incidentele/lokale schade als gevolg van een enkele uitschieter in het overslagvolume hoeft nog direct niet tot falen te leiden (dit kan natuurlijk voor andere functies wel van belang zijn).
• Alle beschikbare formules om de kritieke sterkte van de bodembescherming te bepalen gebaseerd zijn op een tijdgemiddelde stroomsnelheid ter plaatse van de bodembescherming.

Al met al zijn er nauwelijks handvatten voor de ontwerper om het maximaal toelaatbare volume per individuele golf te bepalen. Als vuistregel kan worden aangehouden dat bij grote golfhoogten (bijvoorbeeld groter dan 3 m) voor het erosiemechanisme een minder groot gemiddeld kritiek golfoverslagdebiet moet worden aangehouden. Enig houvast is dan te vinden in paragraaf 3.3 van de EurOtop-manual.

Bij overlopen is het verschijnsel veel meer stationair en kunnen grote constante debieten ontstaan. Ook bij hoofdzakelijk overlopen in combinatie met golfoverslag zijn incidentele uitschieters in het overslagdebiet van ondergeschikt belang.