Zoeken in deze site

Inhoudsopgave


Beschrijving veiligheidsanalyse voor faalmechanisme overslag en/of overloop

Een veiligheidsanalyse ten aanzien van overslag en/of overloop kan op meerdere wijzen worden uitgevoerd. De basis van de analyse is echter altijd hetzelfde: de kans op overstroming door instroming over de waterkerende constructiedelen van het kunstwerk moet voldoende klein zijn.

Basisbegrippen

Bij de uitvoering van een veiligheidsanalyse voor overslag en/of overloop worden de volgende basisbegrippen gehanteerd:

  • Waterkerend kunstwerk: een kunstwerk dat zich in de waterkering bevindt en dat voorzien is van keermiddelen waarmee naast mogelijke andere functies (bijvoorbeeld schutten) ongewenste directe instroming van buitenwater voorkomen kan worden.
  • Primaire functie(s) van een waterkerend kunstwerk: de dagelijkse functie(s) waarvoor het kunstwerk in de waterkering aanwezig is en zonder welke er geen kunstwerk benodigd zou zijn. Het keren van hoogwater is daarmee geen primaire maar een afgeleide functie van het kunstwerk.
  • Maximaal toelaatbare binnenwaterstand: de waterstand op het achter het kunstwerk gelegen watersysteem die maximaal toelaatbaar is zonder dat dit leidt tot substantiële schade en/of slachtoffers (overstromingsgevolgen). Voor coupures geldt dat er geen binnendijkse watergang is en is dus sprake van een maximaal toelaatbare binnenwaterstand.
  • Keermiddelen: de delen van de constructie die geopend en gesloten kunnen worden om de primaire functie van het kunstwerk mogelijk te maken en in gesloten toestand een verhoogde buitenwaterstand kunnen keren.
  • Hoogwater kerende keermiddelen: het keermiddel of de keermiddelen die de maximaal kerende hoogte van het kunstwerk verzorgen.
  • Kombergend vermogen: het volume aan water dat binnendijks in het achter het kunstwerk gelegen gebied (watersysteem) geborgen kan worden zonder dat dit tot overstromingsgevolgen leidt.

Eisen waterveiligheid

Het gewenste veiligheidsniveau van waterbouwkundige kunstwerken met een waterkerende functie ligt verankerd in de Omgevingswet. In deze wet is per dijktraject een omgevingswaarde vastgelegd. Dit kan een overstromingskansnorm of een faalkansnorm zijn. In beide gevallen geldt dat dit de enige ‘harde’ eis is die wordt gesteld. De omgang met deze eis vanuit waterveiligheid verschilt tussen ontwerpen en beoordelen.

Over het algemeen wordt bij beoordelen de faalkans voor overslag en/of overloop bepaald en wordt vervolgens gekeken of deze faalkans een substantiële bijdrage aan de overstromingskans van het normtraject heeft. Het totaal aantal kunstwerken in het normtraject speelt daarin geen directe rol; er wordt geen faalkanseis voor overslag en/of overloop voor een kunstwerk bepaald op basis van het aantal en de prestatie van de overige waterkerende kunstwerken in het normtraject.

Bij ontwerpen van een nieuw kunstwerk is het van belang om de prestatie en daarmee de faalkansbijdrage (nu en in de toekomst) van de overige kunstwerken en de andere onderdelen van het dijktraject aan de overstromingskans van het normtraject inzichtelijk te hebben. Op basis hiervan en de overstromingskansnorm van het dijktraject kan vervolgens bepaald worden welke faalkanseis aan het nieuwe kunstwerk moet worden gesteld. Daarbij dienen ook toekomstige ontwikkelingen (meer of minder kunstwerken in het normtraject of andersoortige aanpassingen) worden meegewogen. Het staat ontwerpers volkomen vrij deze faalkanseisen naar eigen inzicht af te leiden, maar daarbij gelden wel een paar algemene ‘spelregels’. Voor praktische tips en handreikingen op dit gebied wordt verwezen naar hoofdstuk 2 van de Werkwijzer ontwerpen waterkerende kunstwerken [Van Bree, et al., 2018].

Eisen vanuit primaire/overige functie(s)

Specifiek voor de bodembescherming van een waterkerend kunstwerk geldt dat eisen vanuit andere functies (denk aan doorlaten water of scheepvaart) een doorslaggevende rol kunnen spelen bij het ontwerpen van de bodembescherming van een nieuw kunstwerk. Doorgaans zijn deze eisen bij het ontwerp leidend boven de eisen vanuit waterveiligheid.

Literatuur

Van Bree, B., R. Delhez, R. Jongejan en A. Casteleijn. Werkwijzer ontwerpen waterkerende kunstwerken : Ontwerpverificaties voor de hoogwatersituatie ; Definitief, groene versie D2. Rijkswaterstaat (RWS WVL), rapport, november 2018.

Versies