In het geval van een lage drempel die als volkomen overlaat fungeert ondervindt het instromende debiet geen invloed van de binnenwaterstand. Dat betekent dat de binnenwaterstand geen remmende invloed uitoefent op de grootte van het instromend debiet.

Hieronder wordt het model en de bijbehorende formule gegeven. Meer informatie over het model kan worden gevonden in bijvoorbeeld het boek 'Toegepaste vloeistofmechanica'[Nortier en De Koning, 1996].

Voor een lange volkomen overlaat geldt dat de overlaat dusdanig lang is dat de stroomlijnen boven de overlaat niet gekromd zijn. De formule die toegepast kan worden voor deze situatie is:

Waarin:

Q_in,volk Optredend instromend debiet door het kunstwerk waarbij sprake is van een volkomen stroming [m³/s].

g Gravitatieversnelling [m/s²].

B_d Breedte van de doorstroomopening [m].

m_vol Afvoercoëfficiënt voor de volkomen overlaat [-].

h_bi Binnenwaterstand [m t.o.v. NAP].

h_dr Bovenkant drempel, wat in de praktijk de bovenkant van de bodem van het kunstwerk is [m t.o.v. NAP].

h_bu Buitenwaterstand [m t.o.v. NAP].

Het geldigheidsgebied van het model is in formule 2 vermeld. De waarde van de afvoercoëfficiënt m_vol Afvoercoëfficiënt voor de volkomen overlaat [-]is voor lange overlaten ongeveer 1. Voor korte overlaten met volkomen stroming geldt dat de waarde van m_vol Afvoercoëfficiënt voor de volkomen overlaat [-] sterk afhangt van de energiehoogte en de vorm van de drempel.