In het model voor betrouwbaarheid sluiting (formule 1 in Model voor faalmechanisme betrouwbaarheid sluiting) wordt ook rekening gehouden met de mogelijkheid op het herstel van een gefaalde sluiting. Wanneer dit herstel ook faalt, zal het kunstwerk geopend zijn ten tijde van het hoge water. De faalkans van herstel (Pf;herstel Kans op falen herstel van gefaalde sluiting [-]) kan dus een rol spelen bij het faalmechanisme. Vaak wordt bij een poging tot herstel van een gefaalde sluiting gedoeld op een ‘alternatieve’ sluiting van het kunstwerk. Dit houdt in het sluiten van het kunstwerk met behulp van materiaal en materieel dat voor de reguliere sluiting niet ingezet wordt. Een voorbeeld hiervan is het dichtgooien van een inlaatkoker met zandzakken of klei via een aanwezige schuivenschacht.
In hoeverre het mogelijk is om een gefaalde sluiting te herstellen is globaal afhankelijk van vijf factoren (zie Herstel van een gefaalde sluiting):
- De beschikbare tijd om de gefaalde sluiting te herstellen.
- De oorzaken voor het falen van de reguliere sluiting.
- De bereikbaarheid van het kunstwerk na het falen van de reguliere sluiting.
- De doorstroomopening die aanwezig is na het falen van de reguliere sluiting.
- De stroomsnelheden die optreden na het falen van de reguliere sluiting.
Met de faalkans van herstel van een gefaalde sluiting kan direct rekening worden gehouden in bijvoorbeeld een uitgebreide foutenboomanalyse en daarmee wordt deze faalkans al onderdeel van de kans op niet sluiten (Pns Kans op falen sluiting bij een sluitvraag [-]). Echter voor met name reguliere kleinere kunstwerken zoals inlaatduikers kan de faalkans van herstel nog worden ingezet naast het gebruik van bijvoorbeeld de scoretabellen.
Het rekening houden met een mogelijke kans op herstel van een gefaalde reguliere sluiting is alleen mogelijk wanneer alternatieve sluitingen zijn bedacht en op realiteitswaarde zijn getoetst. Zo zal het sluiten van een 20 meter brede keersluis met behulp van zandzakken niet reëel zijn en kan dit dus ook niet als alternatieve sluiting worden aangehouden.
Het inschatten van de faalkans van herstel kan op meerdere wijzen plaatsvinden. In de meest uitgebreide vorm wordt hier een foutenboom aan ten grondslag gelegd. Voor de wat kleinere reguliere kunstwerken kan wellicht ook worden volstaan met een kwalitatieve en/of kwantitatieve onderbouwing op basis van een beschrijving van de alternatieve sluiting en de beschikbare tijd voor dit herstel.