Inhoudsopgave


Fasen van het sluitproces

Het sluitproces van de keermiddelen kan op hoofdlijnen worden verdeeld in vier fasen, die allemaal een bijdrage aan het falen van het sluitproces kunnen hebben. De vier fasen worden over het algemeen nader uitgewerkt in het calamiteitenplan en de sluitprotocollen van de beheerder van het kunstwerk.

Weergave van de vier fasen van het sluitproces: falen alarmering, falen mobilisatie, falen bediening en falen techniek.
Figuur 1 Fasen van het sluitproces.

Hieronder een korte globale toelichting per fase:

  • Falen van de alarmering heeft uiteraard betrekking op het niet doorkomen van het signaal dat er een hoogwater aankomt en dat van daaruit gesloten moet worden. Met name registratie van waterstandsmetingen en voorspellende berekeningen spelen hierbij een rol.
  • Falen van de mobilisatie gaat over het fysiek niet bereiken van het kunstwerk (en specifiek de keermiddelen) wanneer deze ter plaatse moeten worden bediend. Daarbij is niet alleen de mobilisatie van menskracht van belang, maar eventueel ook van materiaal en materieel (bijvoorbeeld het sluiten van coupures met schotten die door een kraan moeten worden geplaatst).
  • Falen van de bediening betreft het mislukken van (één van de) fysieke handelingen die nodig zijn om de keermiddelen te sluiten.
  • Falen van de techniek betreft het in gebreke zijn van technische componenten of het optreden van belemmeringen waardoor keermiddelen niet kunnen sluiten.

In hoeverre de diverse fasen voor elk keermiddel moeten worden doorlopen en op welke wijze dat plaatsvindt is afhankelijk van met name de wijze en frequentie van inzet van de keermiddelen. Omdat bij een beoordeling op waterveiligheid met name de sluiting van hoogwaterkerende keermiddelen van belang is, is het relevant te bepalen of deze keermiddelen alleen bij een hoogwater worden ingezet of ook bij uitoefening van de primaire functie(s) van het kunstwerk. Zo speelt alarmering, mobilisatie en bediening bij keermiddelen die vanuit de primaire functie regelmatig automatisch worden geopend en gesloten in eerste instantie geen rol. Een voorbeeld hiervan is een spindelschuif bij een gemaal dat aan het maalbedrijf gekoppeld is. Dat wil zeggen dat de schuif opengaat als het gemaal aanslaat en vanzelf ook weer sluit wanneer gestopt wordt met malen.

Voor een keermiddel dat alleen ten behoeve van hoogwater wordt gesloten spelen alle fasen een belangrijke rol. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het sluiten van een coupure door het plaatsen van schotbalken.

Ten einde de diverse fasen zo goed mogelijk in te richten en de kans op fouten zoveel mogelijk te verkleinen is het belangrijk dat er regelmatig wordt geoefend en getest. Ervaringen die hierbij worden opgedaan moeten worden gedeeld en indien nodig kan dat ook leiden tot aanpassing van procedures maar ook van de aandrijving of bijvoorbeeld de bereikbaarheid van de keermiddelen.

Versies