Zoeken in deze site

Inhoudsopgave


Geohydrologisch model 1D-analyse

Als een 1D-schematisatie van de ondergrond van toepassing is kunnen de waterspanningen, inclusief de fictieve voorlandlengte voor de bepaling van terugschrijdende erosie, analytisch vastgesteld worden. Een andere mogelijkheid voor het vaststellen van de waterspanningen is extrapolatie van stijghoogtemetingen.

Waterspanningen analytisch

Toelichting

Met deze methode worden de waterspanningen onder de deklaag binnendijks voorafgaand aan opbarsten en het fictieve intredepunt voor stationaire grondwaterstroming door middel van analytische formules, zie Modellen van het stijghoogteverloop.

Toepassingsgebied

Een homogene isotrope zandondergrond (1 laag) onder een ondoorlatende dijk met slecht doorlatende deklagen in het voorland en achterland zonder radiale intree of uittrede van water. De grondwaterstromingsrichting in het zandpakket is horizontaal en in de deklaag is verticaal.

Benodigde data

Bodemopbouw en doorlatendheden van lagen.

In Modellen van het stijghoogteverloop in een zandlaag onder een ondoorlatende dijk en de onderliggende artikelen zijn een aantal bekende modellen beschreven. Voor een eerste, ruwe schatting kan gebruik worden gemaakt van de aanpak die is beschreven in Eerste schatting van de stijghoogte in het watervoerend pakket (Model 3A).

Waterspanningen 1D-extrapolatie van metingen

Toelichting

Analytische methoden voor extrapolatie van waterspanning op basis van peilbuizen c.q. responsfactor naar hoogwateromstandigheden.

Toepassingsgebied

Gebieden waar een relevante reeks responsmetingen beschikbaar is.

Benodigde data

Bodemopbouw en doorlatendheden van lagen en peilbuismetingen van een hoogwater waarbij het voorland onder water heeft gestaan.

In Analytische modellen voor de interpretatie van peilbuismeldingen wordt verder ingegaan op de analytische modellen die beschikbaar zijn voor de extrapolatie van metingen.

Wanneer 1D?

Een 1D-schematisatie geniet de voorkeur als de opbouw van de ondergrond eenvoudig is. Er wordt ingeschat dat het toevoegen van meer detail niet noodzakelijk is voor de bepaling van de stijghoogte. Is dit wel het geval, maar waterspanningen zijn nodig voor andere mechanismen en terugschrijdende erosie is niet het dominante deelmechanisme, dan geniet tevens de 1D-schematisatie de voorkeur. Een denkbare situatie kan het bovenrivierengebied zijn waar een heel duidelijk onderscheid gemaakt kan worden tussen een dikke deklaag en een onderliggend relatief homogeen zandpakket.

Een belangrijke randvoorwaarde voor de toepassing van een 1D-schematisatie is dat de ruimtelijke component eenvoudig is. Bij een complexere ruimtelijke component met bijvoorbeeld een meanderende rivier, kronkelende dijk, wielen of zandwinningen in het voor- of achterland kan een 3D-schematisatie waardevol zijn, ook al is de ondergrondopbouw 1D.

Literatuur

Brinkhuis, M., van Rinsum, Trul, H., de Leau, J. Achtergronddocument Geohydrologische Aanpak Piping. HWBP De Innovatieversneller, januari 2025.

Leidraad voor het ontwerpen van Rivierdijken – Deel 1 Appendix B.

Versies