Zoeken in deze site

Inhoudsopgave


Drukval in een wel (0,3D-regel) bij terugschrijdende erosie

In situaties met een afdekkende laag (bijvoorbeeld klei en/of veen) op een pipinggevoelige zand- of grondlaag, waarbij na opbarsten van de afdekkende laag een kwelweg ontstaat met een verticale component ter grootte van de dikte van de afdekkende laag, wordt voor de bepaling van de waterkerende hoogte bij toepassing van de regel van Sellmeijer het verval over de waterkering gereduceerd met een factor. Dit is mogelijk vanwege de extra weerstand die veroorzaakt wordt door de gefluïdiseerde zandkorrels in het opbarstkanaal. Deze reductie staat ook wel bekend als de 0,3D-regel.

Er wordt verondersteld dat een drukval aanwezig moet zijn om korrels naar het oppervlak te brengen (heave) en deze drukval wordt in mindering gebracht op het aanwezige verval bij terugschrijdende erosie in de vorm van de 0,3D-regel (waar D de dikte van de deklaag is). Het onderzoek naar korreltransport [Van Beek, 2020] wijst uit dat de benodigde drukval voor korreltransport theoretisch gezien kan variëren tussen vrijwel 0 en 1, afhankelijk van korreldiameter, de afmetingen van het opbarstkanaal en het debiet in het opbarstkanaal.

Aangezien de waarde van de drukval onzeker is wordt aanbevolen om na te gaan wat het effect van 0,1D en 0,6D op het kritieke verval zou zijn en hoe dit de opgave beïnvloedt. Wanneer de impact op het kritiek verval zodanig is dat hierdoor het handelingsperspectief voor beoordeling (andere beoordelingscategorie) of versterken (leidt tot andere maatregel of opgave verdwijnt) verandert, wordt aanbevolen expertadvies in te winnen. Het kan in dat geval verstandig zijn om een nadere analyse uit te voeren. Zie voor meer achtergrondinformatie [Van Beek, et al., 2020].

In D-Geoflow moet deze correctie op een andere wijze worden uitgevoerd dan in Riskeer of handmatige berekeningen, zie hiervoor [Van Beek, 2019]. N.B. De memo [Van Beek, 2019] wordt momenteel herzien. In voorkomende gevallen wordt geadviseerd contact op te nemen met de Helpdesk.

Kennisleemtes en voorziene kennisontwikkeling

Het beter bepalen van de druk in het opbarstkanaal kan onderzocht worden door gebruik van numerieke modellen voor de grondwaterstroming in combinatie met een hindered settling model voor het opbarstgat, en metingen in het veld.

Het lijkt niet praktisch om voor praktijktoepassingen per locatie te bepalen wat de drukval is, doordat parameters die dit beïnvloeden onzeker zijn (zoals bijvoorbeeld de doorsnede van het opbarstkanaal). Op basis van gevoeligheidsstudies waarin voor verschillende scenario’s wordt nagegaan wat de weerstand is kan mogelijk een (gebiedsspecifieke) bandbreedte van de weerstand, of methode om die te bepalen worden opgesteld.

Literatuur

Van Beek, V., R. Hoogendoorn, E. Rosenbrand, M.P. Hijma. Kennis voor Keringen : Syntheserapport pipingonderzoek 2018-2019. Deltares, rapport 11203719-019-GEO-0003, maart 2020.

Van Beek, V. Use of the 0.3D rule in D-Geo Flow Deltares rapport 11200575-028-GEO-0003, maart 2019.

Versies