Inhoudsopgave


Bovenzijde deklaag

Wat is het

De bovenzijde deklaag is het niveau van het maaiveld of de slootbodem ter plaatse van het uittredepunt [m t.o.v. NAP].

Hoe te bepalen

Wanneer het uittredepunt bekend is kan de bovenzijde van de deklaag op basis van het grondonderzoek en/of hoogtemetingen (zoals het AHN) worden bepaald. Informatie hierover is opgenomen in het katern Grondlichaam en ondergrond, artikel Definitie hoogtegeometrie.

Als het uittredepunt een sloot is kan voor opbarsten rekening worden gehouden met de zogenaamde effectieve dikte ten behoeve van het deelmechanisme opbarsten (zie het artikel  Grenspotentiaal). Voor terugschrijdende erosie (0,3D-regel) en heave dient de daadwerkelijke dikte gehanteerd te worden.

Vaak is de bovenzijde van de deklaag hetzelfde als de bovenzijde van de cohesieve laag, zoals een kleilaag. In deze gebieden wordt het begrip bovenzijde deklaag dan ook verwisseld met het begrip bovenzijde cohesieve laag. In het geval dat een deklaag bestaat uit zand en klei, dan kan de bovenzijde van de deklaag ook een niet-cohesieve laag betreffen.

Voorbeeld

Een voorbeeld van de bovenzijde van de cohesieve laag is weergegeven in onderstaande figuur.

Dwarsdoorsnede van een dijk met definitie bovenzijde cohesieve laag,
Figuur 1 Bovenzijde cohesieve laag, in dit geval de bodem van de kwelsloot. Wanneer het uittredepunt in de binnenteen van de kering ligt, is het de bovenzijde van het maaiveld (bovenzijde slappe lagen).

Versies