Onder schematiseren wordt verstaan het proces van het versimpelen van de (complexe) werkelijkheid naar een vereenvoudigde weergave en vervolgens tot specifieke modelinvoer. In dit proces is aandacht voor de verschillende mechanismen binnen het faalpad piping. Deze zijn beschreven in het artikel Globale beschrijving van het faalpad piping. Schematiseren van de ondergrond is een onderdeel van schematiseren in het algeheel. De stappen van het schematiseren van een dijktraject en de onderverdeling naar dijkvakken worden gegeven in de Handleiding Piping.
Het eerste uitgangspunt voor het schematiseren van de ondergrond is de globale Stochastische Ondergrond Schematisatie (SOS) zoals ontwikkeld in het WBI. Deze is beschreven in het artikel Introductie stochastische ondergrondschematisatie (SOS). Deze is voor alle primaire waterkeringen in Nederland opgesteld. In een stochastische ondergrondschematisatie worden de verschillende mogelijkheden (scenario’s) beschreven voor de opbouw van de ondergrond die zich op een locatie kunnen voordoen. De ondergrondscenario’s in het SOS zijn opgesteld voor de natuurlijke ondergrond, uitgaande van een onbelaste situatie. Van belang is te bedenken dat de laagopbouw onder de dijk weliswaar hetzelfde verondersteld mag worden als in de omgeving, maar zal afwijken in laagdiktes en materiaaleigenschappen.
Op basis van de reeds beschikbare lokale informatie en/of gegevens uit aanvullend lokaal grondonderzoek worden deze generieke SOS-scenario’s verder gedetailleerd in diepteligging en uitgestrektheid van de lagen. Sommige scenario’s kunnen op basis van de lokale grondgegevens worden uitgesloten, andere kunnen worden verfijnd met sub-scenario’s. De werkwijze om het generieke SOS te verfijnen voor de lokale omstandigheden is uitgewerkt in het artikel Schematiseren van de ondergrond.
Voor pipinganalyses is een schematisering nodig van de:
Opbouw van de dijk en ondergrond.
Waterspanning in de grondlagen onder de waterkering.
Doorgaans zijn waterspanningen in en onder de dijk het gevolg van zaken die zich in de omgeving van de dijk afspelen. Bijvoorbeeld respons op rivierwaterstanden, respons op grondwaterpeilbeheer en respons op neerslag. Voor het schematiseren van waterspanningen voor een pipinganalyse is het daarom nodig de (geohydrologische) systeemwerking en de erbij behorende geohydrologische parameters van de dijk, de ondergrond en de omgeving te kennen. Het artikel Schematiseren van geohydrologische situatie gaat hier nader op in.
Ruwweg gezegd moet de schematisering één (of meer) afbeelding(en) opleveren, zoals in onderstaande figuur getekende dwarsdoorsnede van de dijk, die representatief is (zijn) voor de op piping te onderzoeken dijkstrekking.
Figuur 1 Schematisering van de opbouw van een dijk en de ondergrond voor de controle op piping.
De schematisering(en), (scenario’s) vormt (vormen) de invoer voor het rekenmodel of de rekenmodellen waarmee de pipinganalyses worden uitgevoerd. De schematisering is nodig voor verschillende typen analyses met uiteenlopende mate van verfijning. In eerste instantie betreft dit een controle of de bodem gevoelig is voor piping. Meer informatie is te vinden in het artikel Fenomenologische beschrijving terugschrijdende erosie.