Zoeken in deze site

Inhoudsopgave


Valkuilen bij interpreteren van waterspanningsmetingen

Peilbuiswaarnemingen en waterspanningsmetingen kunnen een belangrijke bron van informatie vormen bij het verkrijgen van inzicht in het geohydrologisch systeem bij dijken. Behalve voor rechtstreekse extrapolatie naar ontwerpomstandigheden kunnen de waarnemingen ook worden gebruikt om numerieke rekenmodellen te ijken aan werkelijk gemeten omstandigheden (zie voor beide mogelijkheden het artikel Berekenen waterspanningen). Er dient ook rekening te worden gehouden met de invloed van toevallige variaties/omstandigheden op de gemeten waarden, daarom is het verstandig niet het minimaal aantal meetpunten dan wel de kortst mogelijke meetperiode te hanteren. Redundantie in de metingen is gewenst.

De interpretatie van waarnemingen vraagt specifiek inzicht om deze vervolgens te kunnen extrapoleren naar ontwerpomstandigheden. Men dient bij het ijken van het grondwaterstromingsmodel, en daarna bij het extrapoleren, rekening te houden met de volgende invloeden:

  • De invloed van het bereiken van de grenspotentiaal bij opdrukken van de toplaag. Hierdoor wordt de metingen gemaximeerd. Bij metingen is dit niet altijd zichtbaar. Het bepalen van de grenspotentiaal ter plaatse van de meting is dan zinvol.
  • In bijzondere gevallen kan ook de overgang van freatische stroming in de watervoerende laag naar artesische stroming de interpretatie bemoeilijken. Niet onderkennen van dit fenomeen kan leiden tot een onderschatting van de stijghoogte bij extrapolatie.
  • De invloed van het onder water lopen van het voorland. (Door het onder water lopen zal een grotere respons worden gemeten. Omdat dit grote invloed kan hebben op de metingen en op de berekeningen (extrapolaties) dient hier rekening mee te worden gehouden.
  • De invloed van berging.
  • De invloed van het wel of niet stationaire karakter van de buitenwaterstand (zie het artikel Grondwaterstroming algemeen) en het corresponderende stromingsveld.

Een aantal van die invloeden is geïllustreerd in het artikel Voorbeeld van valkuilen bij interpreteren van waterspanningsmetingen.

Daarnaast zijn er nog enkele factoren die ertoe kunnen leiden dat metingen niet representatief zijn voor een extreme situatie:

  • Bij het extrapoleren dient rekening te worden gehouden met mogelijke veranderingen in modelparameters in de toekomst (zoals erosie vooroever, ontgravingen in voorland, baggerwerkzaamheden e.d. buiten de eventuele beheerszone, beëindigen grondwateronttrekking achter de dijk etc.). Zie ook het artikel Bewaken ontwerpuitgangspunten waterspanningen.
  • De invloed van bodemvorming (biologische factoren, etc.) op de doorlatendheid van het maaiveld.
  • De invloed van neerslag in de meeting. Stijging van het freatisch vlak bij hoogwater kan ook het gevolg zijn van neerslag en niet noodzakelijkerwijs worden veroorzaakt door het hoogwater zelf. Gezien bovengenoemde wordt aanbevolen ook neerslagmetingen ter plaatse uit te voeren of en meetdata van omringende neerslagstations te beschouwen.
  • Onvoldoende rekenschap geven van de onnauwkeurigheid van de gekozen waterspanningsmeters, de plaatsingsmethode en de plaatsingsdiepte. In de praktijk kunnen hier eenvoudig fouten mee gemaakt worden.

Het artikel Berekenen waterspanningen behandelt onder de kop Extrapolatiemodellen verschillende methoden om peilbuiswaarnemingen te extrapoleren naar extreme omstandigheden.

Versies