Noodmaatregelen te nemen om de stabiliteit van de waterkering te verbeteren zijn afhankelijk van de waargenomen fenomenen. Interpretatie van die fenomenen moet duidelijk maken welk faalmechanisme dreigt op te treden of al in gang is gezet. Bij de overweging om specifieke noodmaatregelen te treffen ter voorkoming van instabiliteit, hoort altijd een beoordeling in hoeverre de kans op een ander faalmechanisme niet ontoelaatbaar stijgt als gevolg van die maatregel. Zo stellen de faalmechanismen afschuiven en piping soms tegenstrijdige eisen.

Voor dreigende afschuivingen zijn in het algemeen twee categorieën aan noodmaatregelen mogelijk:

1. Reductie van de belasting.
2. Verhoging van de sterkte.

Let op, een hoge freatische lijn in het dijklichaam wordt in deze ook als belasting gezien. In de eerste categorie, een reductie van de belasting, vallen de volgende maatregelen:

1.a Verkeersmaatregelen: weren van (zwaar) verkeer op de kruin. Aanvoer van zwaar materieel en materialen in verband met het treffen van andere noodmaatregelen, bijvoorbeeld voor het aanbrengen van een steunberm, kunnen beter via het achterland plaats vinden.

1.b Afdichten van buitentalud, voorland en of binnentalud. Het afsluiten van infiltratiemogelijkheden beperkt de waterspanningen in de dijk en het watervoerende pakket.

1.c Verlagen van de waterspanningen in het watervoerend pakket door nooddrainage naar het maaiveld. Let op, deze noodmaatregel alleen overwegen als de kans op piping is uitgesloten.

1.d In uitzonderlijke gevallen kan ijsvorming op rivieren leiden tot extra waterstandsopzet. Preventie van deze extra opzet kan door de inzet van ijsbrekers. Het benedenstrooms afvloeien van het gebroken ijs moet wel gewaarborgd zijn.

De volgende noodmaatregelen vallen in de categorie verhoging van de sterkte:

2.a Binnendijkse teensloot dempen met zand. Dempen reduceert de kans op glijvlakken die ter plaatse van de slootbodem uittreden. En er is meer tegenwerkend gewicht in de passieve zone van andere potentiële glijvlakken.

2.b Het aanbrengen van een steunberm. Een steunberm in de passieve zone van de gevreesde afschuiving komt de stabiliteit ten goede.

2.c Herstel van afgeschoven binnentalud ter voorkoming van vervolgmechanismen. Afdekken van het steile binnentalud van het aangetaste dijkprofiel na afschuiving met een geotextiel en een beperkt aantal zandzakken, reduceert de kans op vervolgmechanismen, zie het artikel Vervolgmechanismen na binnenwaarts afschuiven langs diep glijvlak.

Meer informatie over noodmaatregelen is te vinden op de website Wiki Noodmaatregelen Waterkeringen. Deze website gaat dieper in op schadebeelden, de mechanismen die daaraan ten grondslag kunnen liggen en de noodmaatregelen die kunnen worden genomen.