Zoeken in deze site

Inhoudsopgave


Globale beschrijving van afschuiven

Afschuiven behoort tot de mechanismen die moeten worden beschouwd bij het bepalen van de overstromings- dan wel faalkans van een waterkering.

Er is sprake van dit mechanisme als grote delen van een grondmassief afschuiven langs rechte of gebogen diepe schuifvlakken. Als er sprake is van ondiepe afschuivingen (schuifvlak tot circa 1 m beneden maaiveld) betreft dit het afschuiven langs een ondiep glijvlak.

Bij deze mechanismen is de oorzaak van de afschuiving een verlies van evenwicht van een grondmassa. Als dit met een glijvlakanalyse met een cirkelvormig schuifvlak wordt geschematiseerd, zie figuur, dan draait dit evenwicht om een aandrijvend moment en een tegenwerkend moment. Het aandrijvend moment bestaat uit het gewicht van het grondlichaam aan de ene zijde van het middelpunt van de glijcirkel maal de arm van het grondlichaam tot dat middelpunt. Het tegenwerkend moment bestaat uit het gewicht van het grondlichaam aan de andere zijde van het middelpunt maal de bijbehorende arm, en de schuifkrachten langs de glijcirkel maal de straal van de glijcirkel. Dit is voor een afschuiving van het binnentalud van een dijk weergegeven in Figuur 1.

Door verzadiging van het dijklichaam kan het aandrijvend moment toenemen en door het toenemen van de waterspanningen in de ondergrond zal de capaciteit om schuifspanningen op te nemen kleiner worden. Hierdoor kan het evenwicht verloren gaan.

Als door het toenemen van de waterspanningen in de ondergrond, de capaciteit om schuifspanningen op te nemen kleiner wordt, kan het evenwicht verloren gaan. Hoge waterspanningen kunnen ontstaan door een hoge buitenwaterstand, door hevige neerslag of door deformatie. Verder kan het evenwicht van een dijklichaam worden verstoord door toename van het aandrijvende moment, bijvoorbeeld door verkeer op de dijk, of door afname van het tegenwerkende moment, bijvoorbeeld door het aanleggen van een teensloot.

Figuur 1 Evenwichtsbeschouwing bij afschuiving binnenwaarts

Voor de drie vormen van afschuiven langs een diep glijvlak zijn er de volgende fenomenologische beschrijvingen:

Beschrijving afschuiven langs diep glijvlak binnenwaarts.

Beschrijving buitenwaartse afschuiving.

Beschrijving afschuiving voorland.

Literatuur

Calle, E.O.F. Dijkdoorbraakprocessen. GeoDelft, rapport 720201/39, maart 2002.

Versies