Zoeken in deze site

Inhoudsopgave


Geometrieparameters voor de afschuiving van het voorland

Alhoewel de rekenmodellen voor afschuiving voorland een complexe geometrie mogelijk maken, wordt het voorland vaak toch sterk geschematiseerd met een beperkt aantal punten en lijnen. De onzekerheid in de morfologische ontwikkeling gedurende de zichtperiode maakt dat een gedetailleerde invoer op basis van een lodingsprofiel meestal niet zinvol is. Voor een geschematiseerd profiel geeft de onderstaande figuur een overzicht van te bepalen geometrische parameters op een bepaald tijdstip. Naast de actuele geometrie is de snelheid van verandering van de (onderwater)geometrie benodigd om de meest ongunstige geometrie tot aan de zichtdatum te bepalen. Het beoordelingsniveau en het daarbij daarop gelegen punt Saf, speelt een rol in de formele beoordeling.

Figuur toont tweemaal een dijkdwarsdoorsnede: 1 voor een situatie zonder bestorting (boven) en 2 met bestorting (onder). In die dijkdwarsdoorsneden zijn aangegeven de geometrische parameters: geulrand, geulbodem, geuldiepte, breedte bestorting, onbestorte geuldiepte en het punt S_af.
Figuur  Definitie geschematiseerde geometrische parameters voor een situatie zonder bestorting (boven) en met bestorting (onder).

Geulrand

De geulrand is de overgang van het onderwatertalud naar het (bijna horizontale) voorland. Van belang voor de veiligheidsbeoordeling zijn de horizontale en de verticale coördinaten van dit punt. De daarbij behorende eenheden zijn respectievelijk: [m] ten opzichte van de buitenkruinlijn van de dijk, en [m] ten opzichte van NAP.

Indien geen vlak voorland aanwezig is (het onderwatertalud sluit direct aan op de teen van de waterkering), dan is het redelijk om te veronderstellen dat de rand van het voorland ligt op de teen van de dijk. Daarvoor kan de laagwaterlijn genomen worden. Ga voor de Kust en estuaria uit van het peil LLWS Laag water spring [m t.o.v. NAP], voor Benedenrivieren van OLW Overeengekomen laagwater [m t.o.v. NAP] en voor Bovenrivieren van OLR Overeengekomen lage rivierstand [m t.o.v. NAP].

Gegeven een (lodings)profiel is het niet altijd meteen duidelijk waar de geulrand zich bevindt. Het punt dient gekozen te worden op de locatie waar een duidelijke versteiling optreedt van het min of meer horizontale voorland naar het talud van de geul. Dit is dus een enigszins subjectieve bepaling.

Geulbodem

Het niveau van de geulbodem [m tov NAP] is de diepte van de geul op een afstand uit het voorlandtalud tot waar een eventuele afschuiving kan worden beïnvloed. Het niveau volgt uit de (extrapolatie van) lodingen. Hou daarbij zo nodig rekening met erosiekuilen in de geulbodem.

De geuldiepte (Hgeul Geuldiepte: het verschil tussen het niveau van de geulrand en de geulbodem [m] [m]) is het verschil tussen het niveau van de geulrand en de geulbodem.

In de veiligheidsbeoordeling wordt een eenvoudige schematisatie van het voorland bepaald op basis van het zogenaamde beoordelingsprofiel. Daarvoor wordt het punt Saf op het voorlandtalud bepaald, wat ligt op een niveau halverwege het niveau van de geulbodem en de geulrand, dan wel de onderrand van de geulbestorting, zie de figuur. Het beoordelingsprofiel loopt door het punt Saf en de geulrand.

Breedte bestorting

De breedte bestorting (Mbestort Breedte bestorting voorland [m] [m]) is de horizontaal gemeten afstand tussen de teen van de dijk en de rand van de bodembescherming.

De rand van de bestorting volgt enerzijds uit de aanleg (bestek of legger) van de bodembescherming. Na verloop van jaren zal de ligging van de rand door periodieke lodingen moeten worden bevestigd. Als niet de volledige geulwand is bestort, kan door erosie van de vooroever onder de bestorting de rand van de bestorting zich in landwaartse richting verplaatsen, met als gevolg een ongunstiger situatie met betrekking tot afschuiven van het voorland.

Onbestorte hoogte

Voor de wettelijke beoordeling is ter bepaling van het beoordelingsniveau ook de onbestorte geulhoogte een relevante parameter (Honbest Hoogte van het onbestorte gedeelte van de geulwand [m] [m]). Deze volgt uit het verschil tussen het niveau van de onderrand van de bodembescherming en het niveau van de geulbodem [m].

Versies