Inhoudsopgave


Zand

Definitie

De term zand wordt gebruikt voor niet cohesieve, loskorrelige grondsoorten bestaande uit korreldeeltjes van met name quartz (siliciumoxide).

Zand als mineraal betreft de fractie van deeltjes groter dan 63 μm en kleiner dan 2 mm.

Zand als grond bestaat voor een groot deel uit relatief grote korrels. Meestal is zand een mengsel van zand, silt en lutum, maar kan ook grind (korrels > 2 mm) bevatten en/of een (klein) aandeel organisch materiaal. Zand als grondsoort wordt geclassificeerd conform NEN-EN-14668 [NEN, 2020]. Zandkorrels kunnen in meer of mindere mate hoekig dan wel afgerond zijn. Daarnaast kan er, afhankelijk van de korrelverdeling, sprake zijn van meer of minder uniform gegradeerd zand.

Zand komt in Nederland voor in de Pleistocene laag (vaste zandlaag waarop gefundeerd wordt). Deze diepere Pleistocene lagen (afzettingen) vormen tevens het eerste watervoerende pakket. In Oost- en Zuid-Nederland komen deze (Pleistocene) lagen vaak aan het maaiveld voor. Zand is ook in het Holoceen afgezet, met name door rivier- en getijdengeulen.

Korrelverdeling/gradatie

Zand kan worden ingedeeld in drie verschillende gradaties. Namelijk: grof, middelgrof en fijn, zie  Tabel 1. Dit is voor de classificatie van belang.

Tabel 1 Korrelgroottefracties conform NEN-EN 14688+1+2.
Categorie Korrelgroottefracties (afkorting)

Korrelgroottebereik (mm)

Zeer grove grond Blokken (Lbo) > 630
Zeer grove grond Keien (Bo) > 200 tot ≤ 630
Zeer grove grond Keitjes (Co) > 63 tot ≤ 200
Grove grond Grind (Gr) > 2,0 tot ≤ 63
Grove grond
  • Grof grind (cGr)
> 20 tot ≤ 63
Grove grond
  • Middelgrof grind (mGr)
> 6,3 tot ≤ 20
Grove grond
  • Fijn grind (fGr)
> 2,0 tot ≤ 6,3
Grove grond Zand (Sa) > 0,063 tot ≤ 2,0
Grove grond
  • Grofkorrelig zand (cSa)
> 0,63 tot ≤ 2,0
Grove grond
  • Middelgrofkorrelig zand (mSa)
> 0,2 tot ≤ 0,63
Grove grond
  • Fijnkorrelig zand (fSa)
> 0,063 tot ≤ 0,2
Fijne grond Silt (Si) > 0,002 tot ≤ 0,0063
Fijne grond
  • Grof silt (cSi)
> 0,02 tot ≤ 0,063
Fijne grond
  • Middelgrof silt (fSi)
> 0,0063 tot ≤ 0,02
Fijne grond
  • Fijn silt (fSi)
> 0,002 tot ≤ 0,0063
Fijne grond Klei (Cl) ≤ 0,002

Toepassing van zand in dijken

Zand bij dijken wordt vaak gebruikt als materiaal in de kern of als binnendijkse aanvullingen, met name ook in (stabiliteits)bermen. Reden hiervoor zijn zaken als kosten, sterkte (hoge schuifweerstand) verwerkbaarheid en drainagemogelijkheden.

Literatuur

Geologie van Nederland

NEN-EN-ISO 14688-1:2019+NEN 8990:2020. Geotechnisch onderzoek en beproeving - Identificatie en classificatie van grond - Deel 1: Identificatie en beschrijving. NEN, juli 2020.

Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Van der Meulen, M.J., F.D. de Lang, D. Maljers, C.W. Dubelaar en W.E. Westerhoff.Grondsoorten en delfstoffen bij naam : Woordenboek van Nederlandse grondsoorten en gesteenten, en daarvan vervaardigde grondstoffen ; 2e licht gew. dr. Rijkswaterstaat (RWS DWW) en Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen (TNO ITG), rapport DWW-2003-093, januari 2003.

Versies