Inhoudsopgave


Opbouw dijklichaam

Een dijk bestaat uit een dijkkern met daarom heen een kleibekleding (Figuur 1). In Nederland hebben dijken vrijwel altijd een lange historie en ze zijn in de loop der tijd steeds hoger en breder geworden. In veel gevallen bestaat een dijk daarom uit een opeenstapeling van verschillende bouwfasen. Afgezien van versterkingen die de laatste 30-50 jaar zijn uitgevoerd, is het vaak lastig om ontwerptekeningen van eerdere bouwfasen te achterhalen. De exacte opbouw van de kern van een dijk is daarom meestal niet goed bekend, dit geldt met name voor de dieper gelegen delen van de kern. Voor sommige faalmechanismes kan het relevant zijn om te variëren met de opbouw van de dijkkern, zodat begrip ontstaat in de mogelijke impact van een andere dijkkernopbouw op de overstromingskans. Mocht deze impact groot zijn, dan kan het nodig zijn om aanvullend grondonderzoek uit te voeren.

Afbeelding met schermopname, diagram, ontwerp Automatisch gegenereerde beschrijving
Figuur 1 Voorbeeld opbouw van het dijklichaam en de ondergrond [Technisch rapport, 2012].

Voor recente versterkingen kan aangenomen worden dat de nieuwe kern uit zand bestaat. Klei heeft, afhankelijk van de samenstelling, een goede erosiebestendigheid en vormvastheid. Deze eigenschappen komen vooral tot uiting bij steile taluds en als er water tegen het talud staat. Ook de relatief geringe doorlatendheid van het materiaal speelt een belangrijke rol bij de keuze om klei in de dijkenbouw toe te passen. Klei wordt vaak toegepast in de dijkkern, als bekleding op de dijk of als kleikist. De verwerkbaarheid van klei is in zijn algemeenheid sterk afhankelijk van het watergehalte en consistentie-index. Meer informatie over de kwaliteit en verdichting van klei is te vinden in de artikelen Erosiegevoeligheid-bestendigheid en Verwerking van grondmaterialen tijdens uitvoering.

De kleibekleding kan over relatief korte afstanden (<100 m) variëren in dikte en type klei. Dit kan onderzocht worden middels grondonderzoek en het graven van proefkuilen. Er wordt momenteel veel onderzoek gedaan naar de impact van deze variatie op dijkveiligheid, Onderzoek Erodeerbaarheid Klei.

Gerelateerde artikelen

Literatuur

Senhorst, H. Vier quick wins grond en klei : Optimalisaties voor dijkversterkingen. Rijkswaterstaat en Hoogwaterbeschermingsprogramma-2 (HWBP), april 2018.

Technisch rapport klei voor dijken. Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen (TAW), mei 1996.

Van Meurs, G.A.M. en G.A.M. Kruse. Update inzichten in gebruik van klei voor ontwerp en uitvoering van dijkversterking : Aanbevelingen voor ontwerp en uitvoering. Deltares, rapport 1220633-000-GEO- 0012-v2, januari 2017.

Technisch rapport grondmechanisch schematiseren bij dijken. Expertise Netwerk Waterveiligheid (ENW), oktober 2012.

Versies