Zoeken in deze site

Inhoudsopgave


Geotechnische boringen en boormonstername voor de laageigenschappen

Boringen en infiltratieproeven kunnen gebruikt worden ter bepaling van laageigenschappen.

Boringen

Boringen lenen zich uitermate goed voor het bemonsteren van grond ten behoeve van laboratoriummetingen. Daarnaast kan het geboorde gat eenvoudig worden gebruikt om peilbuizen in te plaatsen ten behoeve van metingen van de stijghoogten in verschillende grondlagen (tot aan de maximaal geboorde diepte). De volgende boortechnieken worden in de Nederlandse praktijk toegepast:

  • Handboring: afhankelijk van de grondsoort en grondwaterspiegel, zijn hier verschillende boorsystemen voor beschikbaar. Het handboren is relatief zware arbeid, veel bureaus laten hun veldmedewerkers daarom tot maximaal 5 m beneden maaiveld boren. Ook het steken van grote (Ackermann)bussen ten behoeve van het uitvoeren van triaxiaal- en samendrukkingsproeven wordt gezien als belastend voor de veldwerker.
  • Mechanische boring: er bestaan verschillende technieken van mechanisch boren. De meest toegepaste methode is de Ackermann boring (een pulsboring). Deze methode is geschikt voor monstername ten behoeve van laboratoriumanalyses voor het bepalen van geotechnische eigenschappen.

Infiltratieproeven

Zie hiervoor het artikel Pomp put infiltratieproeven.

Gerelateerde artikelen

Literatuur

Handreiking meten en monitoren aan waterkeringen : Inzet en kwaliteit monitoringssystemen. Deltares en Rijkswaterstaat (RWS WVL), 2016.

Versies