Zoeken in deze site

Inhoudsopgave


Definitie (grond)laageigenschappen (geotechnisch en geohydrologisch)

Geotechnische (grond)laageigenschappen

Onder (grond)laageigenschappen wordt verstaan: de geotechnische ofwel geohydrologische karakteristieken van een (grond)laag.

Onder geotechnische laageigenschappen vallen karakteristieken die lokaal de toestand van de grondlaag kenmerken. Hieronder vallen laageigenschappen als:

  • Grensspanning, POP (Pre-Overburding Pressure) en de OCR (Over-Consolidation Ratio), welke een maat zijn voor de belastinggeschiedenis. Deze zijn van belang voor de geotechnische stabiliteit en de vervormingen, omdat deze invloed hebben op de sterkte en stijfheid van de grond.
  • De pakkingsdichtheid van de zandlaag. Dit is van belang voor onder andere het bepalen van de verwekingsgevoeligheid van het zand (dus mogelijk optreden van zettingsvloeiing). De pakkingsdichtheid kan worden uitgedrukt in een state parameter als of de relatieve dichtheid.

Geohydrologisch (grond)laageigenschappen

Onder geohydrologische laageigenschappen vallen karakteristieken die de watervoerende eigenschappen van de grondlaag kenmerken. Hieronder vallen laageigenschappen als:

  • Doorlatendheid van de watervoerende (zand)laag (in m/s of m/d): de doorlatendheid van de grond(laag) is het vermogen van de grond(laag) om vloeistof door te laten. De doorlatendheid kan richtingsafhankelijk zijn. In vereenvoudigde modellen wordt gebruik gemaakt van de horizontale doorlatendheid van de laag.
  • Weerstand (in dagen) of doorlatendheid (in m/s of m/d) van de cohesieve deklaag: de deklaag wordt gedefinieerd als de relatief slecht doorlatende laag (klei en veen) die bovenop het 1e watervoerende pakket aanwezig is. Deze laag geeft een weerstand op grondwaterstroming die kan worden uitgedrukt in dagen (afhankelijk van de dikte: weerstand = laagdikte / doorlatendheid). In de vereenvoudigde modellen wordt gebruik gemaakt van de verticale doorlatendheid voor deze laag.

Gerelateerde artikelen

Versies