Zoeken in deze site

Inhoudsopgave


Het dimensioneren van een breuksteenoverlaging

Het dimensioneren van een breuksteenoverlaging verloopt grotendeels hetzelfde als gewone breuksteenbekledingen op een granulaire onderlaag. Het enige verschil is de toevoeging van de overlagingsfactor Y in de formules. Zie hiervoor het artikel Invloedsfactor scheve golfinval.

Voor het dimensioneren van breuksteenbekledingen op een granulaire onderlaag wordt aanbevolen de [Rock Manual, 2007] te gebruiken, met name de formule van Van der Meer [Van der Meer, 1988]. Met de rekenregels waarnaar in onderstaande paragrafen verwezen wordt, kan een waarde voor de benodigde steendiameter in combinatie met een relatieve massadichtheid (Δ.Dn50) worden bepaald. Op basis hiervan kan een klasse A standaardsortering op basis van de NEN:EN 13383 [2002] bepaald worden. Zie ook hoofdstuk 3, paragraaf 3.4.3 van de Rock Manual. Klasse A onderscheidt zich van klasse B door het voorgeschreven bereik (minimum tot maximum) van de M50 van een sortering. Het is echter niet verplicht om een standaard sortering te kiezen. Niet-standaard sorteringen zijn onder andere ook omschreven in paragraaf 3.4.3.9 in de Rock Manual.

Er zijn echter meerdere parameters in de stabiliteitsformule van Van der Meer [1988] die bepaald moeten worden of eventueel toegevoegd kunnen worden. Deze parameters zijn:

  • Coëfficiënt γs; Veiligheidscoëfficiënt (1,1 bij ontwerp en 1,0 bij toetsen)
  • Coëfficiënten Cpl en Cs voor plunging en surging breakers
  • Coëfficiënt γβ; Effect van schuine golfinval
  • Fictieve Permeabiliteit P
  • M50 bandbreedte van een gradering en corresponderende Dn50 op basis van de massadichtheid
  • Minimale laagdikte
  • Aantal golven N
  • Schadegetal S
  • Overlagingsfactor Y (alleen van toepassing als de breuksteenoverlaging beëindigd wordt op een niveau tot één maal Hsboven ontwerp/toetspeil of lager).

Bij breuksteenoverlagingen wordt een reductiefactor voor de stabiliteit gebruikt die leidt tot een iets grotere steendiameter. De maatgevende belasting op een overlaging met losse breuksteen is de golfklap in combinatie met de golfterugloop over de niet-overlaagde (hoger op het talud gelegen) bekleding. De hydraulische randvoorwaarden die normaliter leiden tot de maatgevende belasting dienen te worden afgeleid voor een waterstandsniveau gelijk aan het hoogste niveau van de breuksteenoverlaging plus de grootte van het golfdal die gelijk gesteld wordt aan 1/3.Hs, zie ook Figuur 1. In zeldzame gevallen treedt de grootste Hs niet op bij de hoogste waterstand en dient de ontwerper ook deze combinatie mee te nemen in de analyse. De breuksteenoverlaging dient minimaal door te lopen in een laagdikte van 2.Dn50 tot het niveau van de afgekeurde steenzetting. Aangezien de bovenzijde daarmee afhankelijk is van de keuze van de gradering dient de breuksteenberekening op iteratieve wijze te worden doorlopen.

Op basis van de hydraulische randvoorwaarden kan de benodigde nominale steendiameter in combinatie met de relatieve massadichtheid (Δ.Dn50) berekend worden met de originele vergelijking van Van der Meer voor een breuksteenbekleding (zie ook paragraaf 5.2.2.2 in de Rock Manual). Deze formules voor plunging en surging golven dienen echter te worden uitgebreid met een coëfficiënt Y (Y<1).

Schematische tekening van een dijktalud.
Figuur 1 Bovengrens overlaging.

Gerelateerde artikelen

Literatuur

Capel, A. Handreiking dijkbekledingen : Deel 4 Breuksteenbekledingen – Aanvulling bij Rock Manual (HDD4). Rijkswaterstaat (RWS WVL) en Projectbureau Zeeweringen, november 2015.

The Rock Manual : The use of rock in hydraulic engineering ; Second edition. CIRIA, 2007.

Van der Meer, J.W. Rock slopes and gravel beaches under wave attack. Technische Universiteit Delft, doctoral thesis, 1988.

Over versie 1.0: 22 januari 2025

Versie 1.0