Zoeken in deze site

Inhoudsopgave


Dimensioneren van overgangs- en aansluitingsconstructies tussen twee bekledingstypes

Een overgangsconstructie maakt de overgang tussen twee bekledingstypen mogelijk. De onderdelen die een horizontale overgangsconstructie moet bevatten, worden sterk bepaald door de lager- en hogerliggende toplaagtypen en onderlagen:

  • Afhankelijk van de constructieve eigenschappen kan ter plaatse van de overgang een diepstekende betonband, een niet-diepstekende betonband of helemaal geen betonband nodig zijn
  • Als de overgang een ongunstige invloed heeft op de toplaagstabiliteit van de aansluitende steenzetting, zijn bijzondere voorzieningen nodig (penetratie of zwaardere uitvoering van de toplaag).

Behalve horizontale komen ook verticale overgangsconstructies voor. Omdat de golfaanval in werkelijkheid een drie-dimensionaal proces is, gelden voor verticale overgangen in principe dezelfde overwegingen als voor horizontale overgangen.

De aansluiting van een steenzetting op een andere constructie in het dijklichaam wordt een aansluitingsconstructie genoemd. Hiervoor geldt grotendeels dezelfde problematiek als bij overgangsconstructies. vanwege grotere opwaartse waterdruk is er grotere kans op toplaaginstabiliteit en vanwege de onderbreking van de constructie is er grotere kans op materiaaltransport. Daarom wordt in veel gevallen een strook van beperkte breedte ingegoten met gietasfalt of wordt de toplaag overgedimensioneerd.

Literatuur

Cirkel, J., C. van Dam, E. van den Akker en J.W. Nell. Handreiking dijkbekledingen : Deel 2 Steenzettingen (HDD2). Rijkswaterstaat (RWS WVL) en Projectbureau Zeeweringen, januari 2015.

Over versie 1.0: 22 januari 2025

Versie 1.0