Zoeken in deze site

Inhoudsopgave


De laagdikte van een asfaltbekleding

Bij de analyse van de belasting en sterkte van de asfaltbekleding worden verschillende parameters gebruikt. In dit artikel wordt ingegaan op de dikte van de asfaltbekleding.

Merk op dat in dit artikel wordt uitgegaan van een asfaltbekleding van waterbouwasfaltbeton (WAB). Het bepalen van de (rekenwaarde van de) dikte voor andere asfaltmengsels (zoals open steenasfalt, OSA) vraagt om specialistische kennis.

Definitie

De laagdikte van de asfaltbekleding wordt gemeten haaks ten opzichte van het taludoppervlak, aangeduid met d en uitgedrukt in meters [m]. Merk op dat een asfaltbekleding uit meerdere lagen kan bestaan.

Rol

Een grotere laagdikte zorgt voor lagere buigspanningen in het asfalt en dus voor een grotere weerstand tegen golfklappen. Daarnaast biedt een grotere laagdikte een grotere weerstand tegen optredende wateroverdruk.

Wijze van bepaling

De wijze van bepalen van de dikte van de asfaltbekleding verschilt per type.

Waterbouwasfaltbeton

De dikte van waterbouwasfaltbeton wordt bij voorkeur gebaseerd op grondradarmetingen (GPR-metingen). Deze GPR-metingen worden vaak uitgevoerd in combinatie met valgewicht-deflectiemetingen (VGD-metingen), zie het artikel Stijfheid asfaltbekleding. Beide metingen kunnen zowel gelijktijdig als na elkaar worden uitgevoerd. Om het radarsignaal om te kunnen zetten naar een laagdikte wordt het signaal geijkt met de laagdikte van de asfaltbekleding die volgt uit boorkernen. Voor meer informatie over (het uitvoeren van) GPR-metingen en VGD-metingen wordt verwezen naar [De Looff, 2009].

De laagdikte van waterbouwasfaltbeton waarvoor het leeftijdscriterium nog niet is overschreden kan ook worden gebaseerd op metingen gedaan bij de opleveringscontrole. Zie hiervoor het artikel Fenomenologische beschrijving asfaltbekleding buitentalud.

Wanneer metingen ontbreken of niet uitgevoerd kunnen worden dan kan ook de laagdikte uit het bestek worden gebruikt.

Vol en zat gepenetreerde breuksteen

Voor breuksteen kan aan de hand van de meetgegevens van de aanleg de laagdikte worden bepaald met de “highest point method” uit [The Rock Manuel, 2007]. De laagdikte van de vol en zat gepenetreerde breuksteen is gelijk aan 2/3 maal de dikte van de laag breuksteen. Indien geen meetgegevens beschikbaar zijn dan moet de laagdikte bepaald worden door kernen te boren en dikte te bepalen.

Wanneer metingen niet uitgevoerd kunnen worden dan kan de laagdikte ook uit het bestek worden gebruikt.

Representatieve waarden

De bij de analyse van de belasting en sterkte te gebruiken rekenwaarde van de dikte verschilt per mechanisme.

Golfklap

Bij het uitvoeren van een semi-probabilistische analyse van de belasting en sterkte voor het initieel mechanisme ‘Golfklappen op asfaltbekleding’ wordt voor de dikte van de asfaltbekleding een rekenwaarde gebruikt die gelijk is aan de 5%-onderschrijdingswaarde van de metingen in het dijkvak. Deze 5%-waarde kan worden berekend met een verdelingsfunctie. In geval van GPR-metingen zijn veel metingen beschikbaar en verdient het de voorkeur om conform een cumulatieve frequentieverdeling op te stellen en hieruit de 5%-waarde af te lezen. Voor het bepalen van de 5%-waarde wordt verwezen naar Factsheet voor evalueren van metingen [nog niet opgesteld].

Merk op dat bij het bepalen van de 5%-waarde voor een dijkvak moet worden nagegaan of de asfaltbekleding homogeen is door het verloop van de dikte als functie van de afstand langs de meetraai te bekijken.

Wanneer geen metingen beschikbaar zijn dan kan voor de rekenwaarde van de dikte van de asfaltbekleding worden uitgegaan van 0,8 maal de laagdikte uit het bestek.

Wateroverdruk

Bij het uitvoeren van een analyse van de belasting en sterkte voor het initieel mechanisme ‘Wateroverdruk bij asfaltbekleding’ is de dikte van de asfaltbekleding gelijk aan het gemiddelde van de metingen in het dijkvak.

Wanneer geen metingen beschikbaar zijn dan kan voor de rekenwaarde worden uitgegaan van 0,8 maal de laagdikte uit het bestek.

Wanneer de asfaltbekleding bestaat uit twee goed op elkaar gehechte lagen is de dikte gelijk aan de som van de gemiddelde dikte van beide lagen. Merk op dat een onderlaag van zandasfalt, mits goed gehecht, ook kan worden meegeteld.

Literatuur

De Looff, A.K. Werkwijzebeschrijving voor het uitvoeren van een gedetailleerde toetsing op golfklappen op een bekleding van waterbouwasfaltbeton. KOAC, rapport e0800644-4, april 2009.

The Rock Manual : The use of rock in hydraulic engineering ; Second edition. CIRIA, 2007.

Versies