Zoeken in deze site

Inhoudsopgave


Waterstandsverloop voor het mechanisme bezwijken van de asfaltbekleding (AGK en ASP)

Bij de generieke analyse van de initiële mechanismen bezwijken van de asfaltbekleding ten gevolge van golfklappen (AGK) en het bezwijken asfaltbekleding door het ontstaan van een S-profiel (ASP) kan gebruik gemaakt worden van standaard waterstandsverlopen. Omdat de opzet van de waterstand tijdens een storm verschilt per watersysteem, verschillen de waterstandsverlopen.

In dit artikel wordt ingegaan op de mogelijke voor de verschillende watersystemen te gebruiken standaard waterstandsverlopen. Merk op dat bij de generieke analyse de per waterstand afgeleide golfcondities worden gekoppeld aan het waterstandsverloop.

Bovenrivieren

Voor dit watersysteem is geen standaard waterstandsverloop beschikbaar.

Benedenrivieren of overgangsgebieden

Voor dit watersysteem is geen standaard waterstandsverloop beschikbaar.

Oosterschelde

Voor dit watersysteem wordt voorgesteld om bij de generieke analyse twee op het sluitregime van de Oosterscheldekering gebaseerde waterstandsverlopen te gebruiken. Het verloop dat met de analyse resulteert in de kleinste veiligheidsfactor, kan als maatgevend worden beschouwd. Beide verlopen bevatten periodes waarvoor gedurende een bepaalde duur de opzet van de waterstand ten opzichte van de gemiddelde buitenwaterstand GWS constant is. De verlopen zijn als volgt:

Tabel 1 Waterstandsverloop 1 (standaard sluiting).

Waterstand

[m+NAP]

Stormduur

[uur]

GWS + 1 m

10

GWS + 2 m

25

Tabel 2 Waterstandsverloop 2 (noodsluiting).

Waterstand

[m+NAP]

Stormduur

[uur]

GWS + 3,5 m

5

GWS + 1 m

20

GWS + 2 m

10

Merk op dat het waterstandsverloop van de standaard sluiting is geïmplementeerd in de software BM – Asfalt Golfklap.

IJsselmeer, Markermeer, Randmeren, Westerschelde, Noordzee,  Waddenzee en 'anders'

Het waterstandsverloop bestaat voor deze gebieden uit een standaardverloop van de waterstandsopzet en een getijverloop. Het getijverloop is alleen relevant voor de kustwatersystemen. Het standaard verloop bestaat uit vier lineair op elkaar aansluitende takken:

  1. Van GWS aan het begin van de storm tot de maximale opzet minus 0,1 m op twee uur voor het tijdstip halverwege de storm.
  2. Van de maximale opzet minus 0,1 m op twee uur voor het tijdstip halverwege de storm tot de maximale opzet op het tijdstip halverwege de storm.
  3. Van de maximale opzet op het tijdstip halverwege de storm tot de maximale opzet minus 0,1 m op twee uur ná het tijdstip halverwege de storm.
  4. Van de maximale opzet minus 0,1 m op twee uur ná het tijdstip halverwege de storm tot de GWS aan het eind van de storm.

Voor de watersystemen waar er sprake is van getij wordt het getijverloop hierop gesuperponeerd, zodanig dat de piek van het getij samenvalt met de maximale opzet en daarmee overeenkomt met voor de generieke analyse te gebruiken waterstand.

Het getijverloop wordt beschreven met de gemiddelde getijamplitude GGA (=0,5(GHW-GLW).

Voor watersystemen zonder getij is het waterstandsverloop gelijk aan het opzetverloop.

De stormopzetduur ten opzichte van NAP die hoort bij het opzetverloop voor de Waddenzee is 45 uur.

Voor de overige watersystemen geldt een stormopzetduur van 35 uur.

In Figuur 1 is een voorbeeld gegeven van een waterstandsverloop voor watersysteem Waddenzee.

Chart, line chart Description automatically generated
Figuur 1 Voorbeeld van een waterstandsverloop voor watersysteem Waddenzee met getij voor h = NAP +5 m, GWS = NAP 0 m, GGA = 3,0 m en tstorm = 45 uur.

Merk op dat de waterstandsverlopen van deze watersystemen zijn geïmplementeerd in de software BM – Asfalt Golfklap.

Versies