Zoeken in deze site

Inhoudsopgave


Veelvoorkomende asfaltmengsels voor het bekleden van dijken en dammen

Asfaltmengsels

Veelvoorkomende asfaltmengsels voor het bekleden van dijken en dammen zijn:

  • Waterbouwasfaltbeton.
  • Asfaltmastiek.
  • Gietasfalt.
  • Gepenetreerde breuksteen.
  • Open steenasfalt.
  • Zandasfalt.

Merk op dat er momenteel veel aandacht is voor de ontwikkeling van nieuwe/verbeterde/innovatieve mengsel. Daarbij kan gedacht worden aan waterbouwasfaltbeton (WAB) met partiële recycling (PR).

Waterbouwasfaltbeton

Waterbouwasfaltbeton (WAB) is een warm bereid asfalt met een continu gegradeerd mengsel van steenslag(of grind), zand en vulstof, dat een laag percentage holle ruimte heeft. In onderstaande tabel zijn de grenzen voor de samenstelling van WAB weergegeven.

Tabel 1 Grenzen mengselsamenstelling WAB.
Materiaal

Massapercentage minimaal

Massapercentage maximaal
Mineraal aggregaat Steenslag/grind 40 55
Mineraal aggregaat zand 35 50
Mineraal aggregaat vulstof 6 10
Bindmiddel bitumen 6* 8*

* ten opzichte van 100% materiaal aggregaat

Door het hoge massapercentage steenslag/grind is het asfaltmengsel stabiel. Het lage percentage holle ruimte (3-6%) resulteert tevens in een water- en gronddicht mengsel dat daardoor ook erg duurzaam is. WAB is daarom uitermate geschikt om toe te passen als dijkbekleding. Vaak is WAB in één laag (ook bij grote dikte) op de funderingslaag/ondergrond aangebracht en mechanisch verdicht. Meerdere lagen WAB zijn ook mogelijk.

WAB vormt een stijve plaat die bijzonder goed bestand is tegen hydraulische belastingen zoals golfklappen. Door het hoge massapercentage bitumen is deze plaat toch voldoende flexibel om enige zetting van de funderingslaag en/of ondergrond te kunnen volgen. Een asfaltbetonbekleding kan worden bereden door (werk)verkeer en recreanten. Vaak wordt een oppervlakbehandeling van bitumenemulsie en split aangebracht als conserveringsmiddel. Aan een oppervlaktebehandeling wordt geen sterkte ontleend of toegekend.

Asfaltmastiek

Asfaltmastiek is een continu gegradeerd mengsel van zand en vulstof met een overmaat aan bitumen. Het is bijzonder duurzaam omdat het een stabiel, flexibel en dicht mengsel is en wordt vaak toegepast als penetratiemateriaal.

Gietasfalt

Gietasfalt is een mengsel van grind en een overmaat aan asfaltmastiek. Net zoals asfaltmastiek is een stabiel, flexibel en dicht mengsel dat bijzonder duurzaam is en vaak wordt toegepast als penetratiemiddel en (tijdelijk) reparatiemiddel.

Gepenetreerde breuksteen

Een laag breuksteen kan op verschillende manieren met gietasfalt worden gepenetreerd, zie Figuur 1. Bij ‘vol en zat’ penetratie wordt alle holle ruimte in de laag breuksteen gevuld met gietasfalt. Bij ‘patroonpenetratie’ wordt de laag breuksteen met een bepaalde systematiek gedeeltelijk gepenetreerd. Van patroonpenetratie zijn verschillende varianten: random, patroon-stippen, patroon-raster en patroon-stroken. Er werd vroeger ook gebruik gemaakt van  ‘oppervlaktepenetratie’. Hierbij wordt met een hoog viskeus gietasfalt alleen het bovenste deel van de laag breuksteen gepenetreerd en vastgelegd. De ervaringen met deze penetratiemethode zijn echter niet goed.

Doorsnede breuksteenbekleding met vol en zat penetratie.
Figuur 1 Breuksteenbekleding penetratiemethode vol en zat.
Doorsnede breuksteenbekleding met patroonpenetratie.
Figuur 2 Breuksteenbekleding patroonpenetratie.

Open steenasfalt

Open steenasfalt (OSA) is een mengsel van grof en eenzijdig gegradeerde steenslag die wordt omhuld met asfaltmastiek, ook wel mortel genoemd. In onderstaande tabel zijn de grenzen voor de samenstelling van OSA weergegeven.

Tabel 2 Grenzen mengselsamenstelling OSA.
Materiaal Massapercentage minimaal Massapercentage maximaal
Mengsel steenslag/grind 75 85
Mengsel mortel 15 25
Mortel zand 60 75
Mortel vulstof 10 25
Mortel bitumen 16* 20*

*ten opzichte van 100% mortel

Door het hoge massapercentage steenslag/grind dat gebonden is met bitumen, is OSA stabiel en daardoor toepasbaar als dijkbekleding (ook op steile taluds). Het hoge percentage steenslag/grind zorgt ook voor een hoog percentage holle ruimte percentage. Hierdoor is OSA doorlatend voor zowel voor water als voor grond en dient onder de toplaag een funderingslaag/geotextiel toegepast te worden om uitspoeling van kernmateriaal te voorkomen. Het hoge holle ruimte percentage zorgt ervoor dat op OSA vegetatie kan groeien. OSA wordt vaak overlaagd met teelaarde, zodat een graszode kan worden toegepast en de dijk een groene uitstraling heeft. In vergelijking met een grasbekleding biedt OSA meer weerstand tegen stroombelasting. OSA wordt dan ook met name toegepast in golfoploopzones van dijken of in sommige gevallen op het binnentalud. OSA wordt ook wel toegepast in de golfklapzone, maar kan in vergelijking met WAB minder weerstand tegen golfklappen bieden.

Zandasfalt

Zandasfalt (gebitumineerd zand) is een mengsel van zand en een geringe hoeveelheid bitumen. De geringe hoeveelheid bitumen vult de holle ruimte nauwelijks, zodat het materiaal zeer poreus en waterdoorlatend is.

Door het hoge zandgehalte is de stabiliteit van zandasfalt bij langzame belasting vergelijkbaar met die van het gebruikte zand. Bij snelle belasting is zandasfalt door de bijdrage van het bitumen echter veel stabieler dan zand. Door de open structuur en de geringe hoeveelheid bitumen is zandasfalt minder duurzaam dan bijvoorbeeld WAB en asfaltmastiek/gietasfalt.

Zandasfalt wordt toegepast als kernmateriaal voor perskaden en golfbrekers, maar ook als funderingslaag en soms als bekleding. In dit laatste geval betreft dit vaak een tijdelijke functie.

Versies