Zoeken in deze site

Inhoudsopgave


Beschrijving van de verschillende onderdelen van een asfaltbekleding

HIeronder wordt ingegaan op de verschillende onderdelen van het bekledingssysteem van een asfaltbekleding.

Onderdelen bekledingssysteem

Het bekledingssysteem van elke asfaltbekleding bevat een toplaag en een ondergrond (basismateriaal of granulaire aanvulling). Er kan een funderingslaag onder een asfaltbekleding worden toegepast, waar ontwerpmethoden voor zijn. Deze methoden maken gebruik van de opbouw van de beoogde  constructie en de belasting.  Behalve een funderingslaag kan ook nog een geotextiel worden toegepast.

Toplaag

Asfalt is een mengsel van mineraal aggregaat (steenslag/grind, zand en vulstof en bitumen (bindmiddel). Het bindmiddel omhult het mineraal aggregaat, bindt de korrels aan elkaar en vult de ruimte tussen de korrels in een bepaalde mate.

Het skelet van asfalt wordt gevormd door het mineraal aggregaat. De ruimte tussen de korrels is sterk afhankelijk van de korrelverdeling. In geval van een regelmatige korrelverdeling (continue) zijn alle fracties aanwezig waardoor de kleine korrels een groot deel van de ruimte tussen de grote korrels kunnen opvullen. Bij een onregelmatige korrelverdeling (discontinue) wordt de ruimte door het ontbreken van kleine korrels minder gevuld.

De hoeveelheid ongevulde ruimte in het skelet wordt de holle ruimte genoemd. Het percentage holle ruimte is van groot belang voor de doorlatendheid (hoe groter het percentage, hoe doorlatender) en duurzaamheid in termen van levensduur (hoe kleiner het percentage, hoe duurzamer) van de asfaltbekleding.

In Nederland worden met name waterbouwasfaltbeton (WAB) en open steenasfalt (OSA) als dijkbekleding toegepast. WAB wordt doorgaans aangelegd in de zones waar zwaardere golfklappen optreden, terwijl OSA vaker in golfoploopzones aangebracht wordt.

Funderingslaag

Het was tot onlangs gebruikelijk om dichte asfaltmengsels, zoals bijvoorbeeld WAB, direct aan te brengen op het basismateriaal van zand of klei. Steeds vaker wordt echter een funderingslaag aangebracht. De fundering fungeert als een dragende laag voor de toplaag. Hierdoor worden vervormingen in het asfalt ten gevolge van belastingen beperkt en worden kracht verder verdeeld naar de ondergrond. Bij schade aan de toplaag biedt deze laag ook nog bescherming tegen erosie van de onderlaag.

Bij funderingsmaterialen wordt onderscheid gemaakt tussen ongebonden, zelfbindende en gebonden materialen. Voor meer informatie over (de eigenschappen van) deze materialen wordt verwezen naar [De Looff, et al., 2020].

Geotextiel

Onder asfaltmengsels die doorlatend zijn voor zowel water als grond, zoals bijvoorbeeld OSA, wordt een gronddicht filter aangebracht. Hiervoor kan een geotextiel worden gebruikt. Het is ook mogelijk om met een funderingslaag een gronddicht filter te creëren.

Onderlaag

De onder de toplaag, funderingslaag en/of geotextiel aanwezige laag kan bestaan uit basismateriaal of een granulaire aanvulling.

Basismateriaal

Het basismateriaal van een asfaltbekleding is de bovenste laag die behoort tot het grondlichaam van een dijk of dam. Afhankelijk van de opbouw van de dijk of dam bestaat het basismateriaal uit zand of klei.

Granulaire aanvulling

In sommige gevallen is voordat de bekleding kan worden aangebracht het grondlichaam van een dijk of dam aangevuld. Voor deze aanvulling kan breed gegradeerd granulair materiaal zoals mijnsteen of (beton)puin gebruikt zijn.

Literatuur

De Looff, A.K., B.G.H.M. Wichman en R. 't Hart. Handreiking asfalt dijkbekledingen op funderingslagen. Kiwa KOAC en Deltares, rapport e140416901-3, mei 2020.

Versies