Zoeken in deze site

Inhoudsopgave


Inspectie en monitoring

Inspectie is het waarnemen of monitoren door de beheerder om de toestand van de waterkering te bewaken. Het kan daarbij gaan om visuele waarnemingen, maar ook om registratie met behulp van meetinstrumenten.

Periodieke inspectie is een essentieel onderdeel van de Zorgplicht.

Vormen van waarnemen

Visuele waarneming

Van oudsher betreft inspectie het doen van visuele waarnemingen. Een waarnemer gaat daartoe daadwerkelijk langs een dijktraject en signaleert verschijnselen en registreert deze in een logboek en/of fotografisch. De hecto-metrering van de dijk is hierbij de referentie.

De visuele waarnemingen betreffen vaak specifieke verschijnselen. Voor verschijnselen die grondwater-gerelateerd zijn, wordt verwezen naar Verschijnselen veroorzaakt door grondwaterbeweging in het artikel Waterspanningen meten en/of monitoren.

Als een visuele waarneming wijst op een mogelijk probleem, dan is dat reden om aanvullend onderzoek te doen teneinde de aard en omvang van het eventuele probleem te bepalen.

Registreren met meetinstrumenten

Waarnemingen vinden tegenwoordig steeds meer plaats met meetinstrumenten. Dat kan enerzijds gaan om momentopnamen, bijvoorbeeld een scan van de dijkgeometrie, maar ook een tijdregistratie van de waterspanning in een enkel meetpunt of een tijdregistratie van de vervormingen langs een lijn, door middel van een frequent doorgemeten glasvezelkabel. Daarnaast wordt de laatste jaren steeds frequenter gebruik gemaakt van satellietdata en infrarood- en lasertechnologieën en inzet van drones.

Opgemerkt moet worden, dat niet voor alles en op alle locaties sensoren beschikbaar zijn, die ook nog eens de benodigde (gewenste) informatie opleveren. Derhalve blijft visuele waarneming altijd een belangrijk aspect in het beheer van een waterkering

Interpretatie van waarnemingen

Eén enkele waarneming is veelal niet zo waardevol, al is een constatering van een schadegeval als gevolg van hoogwater en/of storm uiteraard reden om (nood-/herstel)maatregelen te nemen.

Fenomenen die niet per se tot de schadegevallen hoeven te worden gerekend, kunnen wel een indicatie geven van potentiële problemen. Specifieke voorbeelden voor grondwater gerelateerde problemen staan worden gegeven in het artikel Verschijnselen veroorzaakt door grondwaterbeweging. Maar ook ongelijke zettingen kunnen aanleiding vormen tot nader onderzoek.

Een enkele meting van een parameter is ook waardevol als er een referentie of minimumwaarde voor die parameter beschikbaar is. Een gemeten kruinhoogte maakt, zodra deze vergeleken is met de benodigde kruinhoogte, meteen duidelijk of de benodigde kruinhoogte nog aanwezig is.

Als er geen evidente schade is, levert signaleren van veranderingen een meerwaarde. Combineren van verschillende waarnemingen, zeker als het gaat om tijdregistraties, biedt bijvoorbeeld mogelijkheden te extrapoleren naar de extremere belastingen, dan wel naar het einde van een zichtperiode. Om waarnemingen goed met elkaar te kunnen vergelijken, moeten plaats en tijdstip van de waarnemingen altijd goed zijn vastgelegd.

De respons van een of meerdere waterspanningsmeters op een simultaan geregistreerde hoogwatergolf van de rivier, maakt bijvoorbeeld extrapolatie van de waterspanningen naar extremer situaties mogelijk (Analytische modellen voor de interpretatie van peilbuiswaarnemingen).

Vergelijken van de dijkgeometrie op verschillende tijdstippen kan duidelijk maken of het beoogde kruinniveau tot het eind van de zichtperiode nog aanwezig zal zijn.

In een faalkansanalyse spelen een groot aantal parameters een rol. Verschillende combinaties van parameterwaarden leiden tot dezelfde faalkans. Een enkel afkeurcriterium voor een specifieke parameter is dus niet mogelijk. Maar voor de eenvoud van de praktijk van de inspectie is het beter om met drempelwaarden te werken: interventiewaarden waaraan de waargenomen waarden worden getoetst. Als een drempelwaarde wordt overschreden is dat reden om actie te ondernemen. Door per parameter verschillende drempelwaarden te definiëren kan een mate van urgentie worden vastgelegd. Zo kan bijvoorbeeld passage van een eerste drempelwaarde reden zijn om de inspectie-frequentie op te voeren, om zo beter een vinger aan de pols te houden. Een herziening van de totale faalkansanalyse, waarbij ook gegevens van andere parameters kunnen worden meegenomen, kan de noodzaak tot het opnemen van groot onderhoud in de planning duidelijk maken. Bij het onverhoopt passeren van de meest extreme drempelwaarde, moeten acuut noodmaatregelen worden getroffen.

Versies