Extreme neerslag en droogte kunnen de stabiliteit van (onderdelen van) waterkeringen bedreigen. Het is echter niet zo dat deze fenomenen (volledig) gecorreleerd zijn met de waterstanden. De analyse van de overstromingskans vraagt dus om realistische combinaties van (extreme) neerslag (droogte) en andere hydraulische belastingen, zie Combinaties van belastingen.

Neerslag

Gegevens met betrekking tot (extreme) neerslag worden gegeven door [Beersma, et al., 2019].

In het artikel Invloed neerslag op het freatisch vlak is aangegeven hoe om te gaan met de invloed van neerslag op de waterspanningen in de berekening van het mechanisme afschuiven langs een glijvlak.

Droogte

Uitdroging van veen is voor het mechanisme afschuiven van regionale keringen een belangrijk issue. Voor primaire keringen is dit minder of niet het geval omdat het dijklichaam zelf nooit is opgebouwd uit veen. Toch heeft droogte wel consequenties ook al bestaat de dijk uit klei. Denk aan de structuurvorming in geval van (gras op) kleibekledingen. Droogte kan een grasbekleding ernstig beschadigen, zodat de sterkte na een zeer droge zomer duidelijk kleiner is dan normaal. Dit kan zelfs nog een paar jaar doorwerken.Verder kunnen droogtescheuren in de klei ontstaan die de erodeerbaarheid vergroten. Door extremer weer als gevolg van klimaatverandering, kan de invloed groter worden.

Als langdurige droogte leidt tot lagere grondwaterstanden in het achterland, kan dit bijdragen aan de bodemdaling als gevolg van oxidatie van organisch materiaal, zie de paragraaf Bodemdaling in het artikel Bedreigingen. Maar lage grondwaterstanden als gevolg van droogte kunnen ook leiden tot een hogere grensspanning en dus het mechanisme afschuiven in positieve zin beïnvloeden.