Zoeken in deze site

Inhoudsopgave


Aanvaringen en drijvende voorwerpen

Dit artikel behandelt de belasting door aanvaringen en drijvende voorwerpen voor zover het om waterkerende grondconstructies gaat. Voor aanvaringen van afsluitmiddelen in kunstwerken wordt verwezen naar belastingen bij waterkerende kunstwerken.

Onder normale omstandigheden zal een aanvaring van een schip met een dijk zelden voorkomen. Maar juist wanneer het stormt kan een schip stuurloos of op drift raken en de waterkering treffen. De gevolgen zijn op dat moment het grootst. Ten eerste is de kracht waarmee het schip de dijk treft groot, ten tweede is er een hoge waterstand en zijn er hoge golven, zodat een eventueel opgetreden initiële schade zich snel kan uitbreiden. Hierdoor kan een stranding van een schip een reëel gevaar vormen voor een dijkdoorbraak.

Als voorbeeld van een dergelijke aanvaring kan het schip ‘Limbourg’ dienen, dat in 1955 strandde op de Hondsbossche Zeewering. De foto hieronder toont een recenter voorbeeld.

Foto waarop een schip is vastgelopen op teenbestorting en dijkbekleding
Figuur 1 Aanvaring van een schip met een dijk (bron onbekend.)

In het rivierengebied is de situatie tijdens storm minder kritisch. Als een schip stuurloos is, is de mogelijkheid dat het op een dijk loopt aanwezig. De snelheid en de hoek waarmee het schip de dijk raakt, zijn dan bepalend voor de schade. Overigens zal op de rivieren bij een zeer hoge waterstand de scheepvaart zijn stilgelegd.

De beheerder moet zelf nagaan of in zijn specifieke situatie een combinatie van een scheepsaanvaring met bepaalde hydraulische randvoorwaarden een voor het ontwerp kritische situatie oplevert. In dat geval is specialistische ondersteuning gewenst. Een op deze wijze uitgevoerde risicoanalyse is onder andere toegepast bij het ontwerp van de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg.

Drijvend vuil en wrakhout hebben in het algemeen te weinig massa om serieuze schade aan een harde bekleding te veroorzaken; beschadiging van grasmatten is wel mogelijk.

Naast drijvende voorwerpen kunnen golven leiden tot over de bekleding rollende stenen. Denk daarbij aan zoals breuksteen uit de teenconstructie. Voor bekledingen van open steenasfalt nabij de teenbestorting of op een berm, kan leiden tot erosie-schade. In het ontwerp dient bij de keuze van bekledingstypen in de verschillende zones op de dijk rekening te worden gehouden met de kans op belasting door rollende stenen en de erosiebestendigheid daartegen van de verschillende bekledingstypen.

Versies