Procedures voor dijkontwerp

Aandachtspunten in de ontwerpprocedure

  1. Het ontwerp leidt tot een projectplan Waterwet:
    1. Voor een veilige waterkering,
    2. die past in zijn omgeving,
    3. waarin milieueffecten zijn meegewogen.
  2. Belanghebbenden zijn geïnformeerd en gelegenheid hebben gehad zienswijzen en eventueel formeel bezwaar in te dienen.
  3. Voor de realisatie van de waterkering (en eventueel gecombineerde projecten) is financiële dekking.
  4. Een finaal besluit voor aanleg is juridisch geborgd.
  5. Aanlegvergunningen en bestemmingsplanwijzigingen kunnen verleend worden.

Een waterkering ontwerpen is niet alleen een technische activiteit. Het belang van de waterkering om een gebied te vrijwaren van overstroming – of althans de kans daarop voldoende klein te maken – raakt veel belanghebbenden, zoals de beschermde bevolking en haar gebied, de overheden die hen vertegenwoordigen, de direct belanghebbenden in de nabijheid van de waterkeringsconstructie, de waterkeringbeheerder, de financiers van de aanpassing van de waterkering, de verantwoordelijken voor calamiteiten, belangengroepen voor omgevingswaarden en de toezichthoudende overheden.

Deze belanghebbenden kunnen of moeten op enig moment betrokken worden in het ontwerpproces. Dat is nodig om een waterkering te kunnen ontwerpen die aan de Waterwet voldoet, de waterkering in zijn omgeving in te kunnen passen, rekening houdend met andere belangen in de omgeving, zeker te stellen dat de versterking gefinancierd wordt en zeker te stellen dat de waterkering voor een zekere periode ook voldoende onderhouden wordt.

De belangrijkste stappen in de procedures zijn:

  1. Vaststelling dat een gebied beter beschermd moet worden (veelal volgend uit toetsing).
  2. Het opnemen in een programma voor verbetering van de waterkering (organisatorisch en financieel kader).
  3. Bekendmaking van het initiatief aan de omgeving en verkenning van mogelijke combinaties met andere opgaven.
  4. Vaststelling van te onderzoeken oplossingsrichtingen (wat doen we wel, wat niet).
  5. Beoordeling van de te onderzoeken milieueffecten.
  6. Ontwikkeling van alternatieve oplossingen (binnen ruimtelijke en financiële kaders).
  7. Keuze van het voorkeursalternatief door de waterkeringbeheerder (inclusief afweging milieueffecten en kosten).
  8. Besluit van de toezichthouder en financier(s).
  9. Uiterste beroepsmogelijkheid (Raad van State).
  10. Definitieve vaststelling en verlening van vergunningen en noodzakelijke wijzigingen bestemmingsplan.
  11. Aanleg.

In al deze stappen zitten consultatie- of informatiemomenten voor bestuurders, ambtenaren en burgers. Elk van deze stakeholders kan zich laten bijstaan door deskundige adviseurs.

Verplichting tot milieueffectrapportage

Het Besluit milieueffectrapportage in de Wet milieubeheer regelt dat bij versterking van een waterkering een verplichting voor het opstellen van een milieueffectrapport (MER) kan bestaan.

De initiatiefnemer voor de versterking moet zijn voorgenomen versterkingsplannen tijdig bekend maken bij het Bevoegd Gezag, voor een waterkering veelal de provincie waarin de kering ligt. Bij deze bekendmaking hoort een beoordeling van de milieueffecten die door de aanleg of versterking ontstaan: zijn deze significant? Als dit het geval is, beschrijft de initiatiefnemer in een nota de voorgenomen activiteit, de reikwijdte van de ingreep en de milieueffecten en het detailniveau waarop deze effecten in de planvorming in beeld gebracht worden.

Het Bevoegd Gezag brengt vervolgens Richtlijnen uit die ook aanvullende eisen voor de studie kunnen bevatten. Normaal gesproken vraagt het Bevoegd Gezag hiervoor advies aan de Commissie voor de milieueffectrapportage.

De initiatiefnemer stelt een milieueffectrapport op (veelal een ontwerpnota/ MER of projectnota/MER) over het waterkeringsontwerp, de maatregelen om milieueffecten te mitigeren en eventuele voorstellen voor maatregelen om negatieve milieueffecten te compenseren. Het Bevoegd Gezag moet akkoord gaan met deze nota, na consultatie van de Commissie voor de milieueffectrapportage. De milieueffectrapportage kent een bekendmakings-, informatie- en inspraakprocedure, die op verschillende manieren te vervlechten is met de procedure die voor de Waterwet geldt. Een MER-procedure is altijd verplicht als de ingreep deels plaatsvindt in een (natuur)gebied waar een zogenaamde Passende Beoordeling nodig is. De initiatiefnemer kan ook vrijwillig een MER-procedure volgen om inzichtelijk te maken hoe de milieueffecten zijn betrokken in het ontwerp, de uiteindelijke keuze en het besluit voor de waterkering.

Projectplan dijkversterking volgens de Waterwet

Het projectplan Waterwet staat centraal in de planvorming voor aanleg of verbetering van een waterkering. Op basis van dit plan besluiten de betrokken overheden over de goedkeuring voor het deel waar zij verantwoordelijk voor zijn. Het plan vat de informatie daarvoor samen en verwijst naar onder- en achterliggende studies.

Uitgaande van het nut en de noodzaak geeft het plan een beschrijving van de bestaande situatie en de veranderingen die door de ingreep ontstaan. Daarbij bevat het plan de meest relevante informatie voor de betrokken besluitvormers en partijen die voordeel of schade ondervinden en de manier waarop deze wordt verrekend (belangrijk onderwerp is de grondverwerving).

Daarnaast geeft het plan een beschrijving van de positieve en negatieve (milieu)effecten en maatregelen om deze te mitigeren of waar nodig te compenseren.

Verder geeft het plan een vooruitblik naar de wijze en de planning van de uitvoering en de verantwoordelijkheden in de operationele beheerfase. Daarbij hoort ook de formele vastlegging van de ligging en de vorm van de constructie met de bestemming waterkering in de legger van de waterkeringbeheerder.

De initiatiefnemer geeft in het projectplan Waterwet aan hoe en met welke verantwoordelijkheidsverdeling hij wil samenwerken met andere betrokken organisaties, in de uitvoeringsfase en de operationele fase.

Literatuur

Tekst letterlijk overgenomen uit:

Kok, M., R.B. Jongejan, M.W.C. Nieuwjaar en I.C. Tánczos. Grondslagen voor hoogwaterbescherming ; Tweede herziene druk. Expertise Netwerk Waterveiligheid (ENW), november 2017.

Over versie 1.0: 02 april 2021

Grondslagen voor hoogwaterbescherming, november 2017. Tweede herziene druk.