Normen voorliggende keringen

Verschillende delen van Nederland komt de bescherming tegen overstromingen tot stand door een stelsel van voorliggende en achterliggende keringen. Zo krijgt Zuid-Holland bescherming van de Maeslantkering die de Nieuwe Waterweg afsluit bij hoge zeewaterstanden (voorliggende kering) én van de dijken (achterliggende keringen). Voor de gebieden rond het IJsselmeer vormt de Afsluitdijk de voorliggende kering die in combinatie met de achterliggende dijken langs het IJsselmeer de vereiste bescherming biedt.

De betrouwbaarheidseis van een voorliggende kering hangt mede af van de kansen op extreme waterstanden in het achterliggende water. Deze kansen bepalen vervolgens de benodigde inspanning om in het achterland aan een overstromingskansnorm te voldoen. Bij een stelsel van voor- en achterliggende keringen is het overstromingsrisico daarmee op twee manieren te verkleinen: door de voorliggende kering te versterken of door de achterliggende kering te versterken. De normen, op basis van LIR, GR en MKBA, zouden idealiter moeten zijn afgeleid voor het stelsel van voor- en achterliggende keringen. Dit is echter relatief complex, zoals een integrale kosten-batenstudie voor de keringen langs het IJsselmeer illustreert. Daarom is gekozen voor een vereenvoudigde aanpak, waarbij de normen eerst voor de voorliggende kering en daarna voor de achterliggende keringen worden afgeleid.

Bij het afleiden van de overstromingskansnormen voor de achterliggende keringen is uitgegaan van de in 2015 bestaande eisen aan de voorliggende keringen. Op basis daarvan is bijvoorbeeld verondersteld dat de Afsluitdijk zo betrouwbaar is dat de effecten van een bres of het niet-sluiten van keermiddelen te verwaarlozen zijn. Vervolgens is geanalyseerd aan welke eisen de voorliggende kering zou moeten voldoen om ervoor te zorgen dat deze aannamen valide zijn. Daarna is beoordeeld of deze eisen tot een onevenredig grote opgave voor de voorliggende kering leiden. Dit bleek nergens het geval.

Een doorbraak van een voorliggende kering hoeft niet direct tot een overstroming te leiden. Daarom staan in de Waterwet geen overstromingskansnormen voor voorliggende keringen maar faalkanseisen (zie ook De verschillende normen in de Waterwet). Voor de beweegbare stormvloedkeringen zijn daarnaast aparte eisen voor de kans op niet-sluiten vastgelegd. Deze faalkanseisen per sluitvraag vergemakkelijken de beoordeling van de betrouwbaarheid van het sluitproces van deze keringen. Voor de overige voorliggende keringen moeten de beheerders en ontwerpers zelf de eisen aan de betrouwbaarheid van sluitingen van bijvoorbeeld uitwateringsvoorzieningen en sluizen afleiden van de faalkansnormen uit de Waterwet.

kosten
Figuur 1 Twee oplossingen, met en zonder voorliggende kering, die hetzelfde risico opleveren. Zonder voorliggende kering is de schade groter omdat er meer water binnenkomt.

Bijzondere gevallen

De Diefdijk

De Diefdijk is een compartimenterende kering die voorkomt dat het water zich bij een bovenstroomse dijkdoorbraak door de Alblasserwaard kan verspreiden.  Omdat de invloed hiervan op het overstromingsrisico aanzienlijk is, is voor de Diefdijk een eis opgenomen in de Waterwet. Deze eis is gedefinieerd als een maximaal toelaatbare overstromingskans in geval van een belasting op deze kering.

Keringen langs het Volkerak-Zoommeer

Het Volkerak-Zoommeer is als onderdeel van Ruimte voor de Rivier inzetbaar als waterbergingsgebied. In dat geval is op het Volkerak-Zoommeer sprake van een hogere waterstand en zijn de gevolgen van een overstroming groter dan in een situatie zonder waterberging. Bij het afleiden van de normen is (conservatief) aangenomen dat er bij een overstroming langs het Volkerak-Zoommeer altijd sprake is van waterberging. Desondanks leidde dit voor enkele trajecten tot een norm waarbij de kans op een overstroming bij inzet van de waterberging relatief groot zou mogen zijn. Daarom is in de Waterwet de aanvullende eis
gesteld dat de overstromingskans bij inzet van de berging niet groter mag zijn dan 1/10.

Literatuur

Tekst letterlijk overgenomen uit:

Kok, M., R.B. Jongejan, M.W.C. Nieuwjaar en I.C. Tánczos. Grondslagen voor hoogwaterbescherming ; Tweede herziene druk. Expertise Netwerk Waterveiligheid (ENW), november 2017.

Over versie 1.0: 02 april 2021

Grondslagen voor hoogwaterbescherming, november 2017. Tweede herziene druk.