Het bepalen van representatieve parameters voor granulaire aanvullingen in steenzettingen
Bij een bestaande granulaire aanvulling moeten representatieve waarden van de aanwezige laagdikte, D15 en porositeit n worden bepaald. Daarmee kunnen de ontwerpberekeningen van de steenzetting worden gemaakt. Bij berekeningen ten aanzien van toplaaginstabiliteit is het verstandig te werken met een bovengrens voor de laagdikte en de korrelgrootte D15 (bijvoorbeeld de waarde die door 5% van de metingen wordt overschreden of de grootste gemeten waarde). In dat geval kan voor de porositeit worden gerekend met de gemiddelde waarde. Bij berekeningen van afschuiving is het verstandig te werken met een ondergrens voor de laagdikte (bijvoorbeeld de waarde die door 5% van de metingen wordt onderschreden of de kleinste gemeten waarde).
Bij een nieuw aan te brengen aanvulling kunnen ontwerpwaarden worden voorgeschreven, maar moet in het ontwerp van de steenzetting rekening worden gehouden met uitvoeringsonzekerheden. Het is verstandig te rekenen met een marge van +5 à +10 centimeter op de laagdikte en een marge van +2 à +3 mm op de korrelgrootte D15 .
Wijze van bepaling
Bij een bestaande granulaire aanvulling is in sommige gevallen oude contractinformatie bekend, waaruit laagdikte, karakteristieke korrelgrootte D15 en porositeit n kunnen worden afgeleid. Zo niet, dan kan door metingen in het veld van de korrelgrootteD15 en de doorlatendheid k een indruk worden gekregen van de porositeit. De relatie tussen porositeit n, korrelgrootte D15 en doorlatendheid k is te vinden in Figuur 1. De doorlatendheid k wordt uitgedrukt in mm/s, en kan worden benaderd door de zaksnelheid van water. De zaksnelheid kan worden bepaald door een hoeveelheid water tussen dichte wanden op de granulaire aanvulling te gieten en te meten hoe snel de waterspiegel zakt. Deze meting kan het makkelijkst worden uitgevoerd als de oude toplaag nog aanwezig is door enkele elementen te verwijderen.
Bij een nieuw aan te brengen granulaire aanvulling moet de aannemer tijdens de uitvoering voldoen aan de contracteisen. Het aantonen en controleren daarvan is een uitvoeringskwestie, en is niet rechtstreeks van belang voor de ontwerper.
Representatieve waarden en nauwkeurigheid
Voor de eenvoudige toetsing is alleen de kwalitatieve vraag van belang of de toplaag al dan niet 'vol en zat' gepenetreerd is met een goede hechting. Omdat normaal gesproken niet expliciet rekening wordt gehouden met kwantitatieve eigenschappen van de penetratie, zijn representativiteit en nauwkeurigheid niet van belang.
Bekledingsconstructies bevatten in sommige gevallen twee of zelfs meer granulaire lagen. Tenzij apart vermeld, is de informatie in deze paragraaf geldig voor elk van de granulaire lagen in de bekledingsconstructie.