Plasticiteit houdt in dat na het wegnemen van een belasting er nog een restvervorming over blijft. Bij oplopend watergehalte kunnen, met name voor cohesieve materialen, de volgende fases worden onderscheiden:
Vaste fase.
Plastische fase.
Vloeibare fase.
De uitrolgrens is het watergehalte die de overgang van de vaste fase naar de plastische fase weergeeft. De vloeigrens is het watergehalte die de overgang van de plastische fase naar de vloeibare fase weergeeft.
De mate van plasticiteit kan worden geclassificeerd door middel van de plasticiteitsindex. De plasticiteitindex is het verschil tussen de vloeigrens en de uitrolgrens, zie Erosiegevoeligheid/-bestendigheid. In onderstaande figuur is een voorbeeld van de plasticiteitsindex te zien.