Zoeken in deze site

Stap 6: ruimproces naar uittredepunt toe - Piping

Zodra het kanaaltje de bovenstroomse kant heeft bereikt verbreedt en verdiept het kanaaltje zich geleidelijk van de bovenstroomse zijde naar de benedenstroomse zijde. Dit proces noemen we het “ruimen”.

Tijdens het ruimproces neemt de hoeveelheid afgezet zand per tijdseenheid bij het uittredepunt niet toe. De verklaring hiervoor is dat de open verbinding tussen buiten- en polderwater voor een grote toename van de stroming door de pipe zorgt en hiermee direct veel erosie aan de bovenstroomse kant van de pipe veroorzaakt. Omdat de tijdens het terugschrijdende erosieproces gevormde kleine pipes maar enkele millimeters diep zijn kunnen ze de bij het ruimproces optredende grote hoeveelheid geërodeerd zand niet afvoeren en raken de pipes verder onder de dijk verstopt, waardoor het ruimproces langer kan duren. Hierdoor is het debiet en de hoeveelheid uittredend zand tijdens het ruimproces aan grote fluctuaties onderhevig. De verstopping wordt vanaf de benedenstroomse zijde door terugschrijdende erosie geleidelijk weer ongedaan gemaakt, waarna opnieuw veel erosie kan optreden.

Na ontstopping kan het ruimen weer plaatsvinden, waardoor opnieuw verstopping optreedt. Dit proces van verruimen, verstoppen en ontstoppen zorgt er geleidelijk voor dat van de rivierzijde naar de polderzijde een verruimde pipe ontstaat. Over de tijdsduur en de voortgang van dit deel van het bezwijkproces is nog niet veel bekend. De ervaring die hiermee is opgedaan bij het uitvoeren van proeven geeft hierin enig inzicht. Uit experimenteel onderzoek aan een kunstmatig aangelegde testdijk (IJkdijk) met een homogene watervoerende zandlaag volgt dat het kanaal bij constant verval langzaam in benedenstroomse richting groeit. De snelheid waarmee de kanaaltjes groeien is afhankelijk van het verval. In de IJkdijkproef duurde dit meer dan 24 uur. Dit proces zou sneller kunnen verlopen als het kritieke verval ruim wordt overschreden.

Zodra de pipe geheel verruimd is, neemt het kweldebiet en het zandtransport fors toe, waarna falen in korte tijd plaats kan vinden. In sommige proeven werd het ruimen van de pipe echter gevolgd door verzakking van de dijk, waardoor het falen werd vertraagd.

afbeelding_frombase64_0
Figuur 4.16. Ruimen (verbreding en verdieping van de pipe).

Bron

Fenomenologische beschrijving (1220078-000-GEO-0010)

Hoofdstuk
Piping
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.