Het mechanisme ‘erosie bekledingsoppervlak’ is vooral van toepassing op open steenasfalt (OSA). Waterbouwasfaltbeton en vol en zat gepenetreerde breuksteen zijn duurzamer en vertonen door het dichte mengsel veel meer samenhang.
Individuele stenen kunnen uit een bekleding van open steenasfalt losraken doordat deze worden belast door bijvoorbeeld drijvend vuil, rollende stenen uit een ondergelegen steenbestorting of doordat achtergebleven water bij opvriezen stenen uit de bekleding drukt. Deze erosie kan beginnen voordat er sprake is van de maatgevende omstandigheden. Als de laagdikte door erosie te ver is afgenomen, zal de bekleding onvoldoende sterkte bezitten om de maatgevende golfbelastingen, zie paragraaf 6.3, te weerstaan.
De sterkte van de asfaltmastiek, die de stenen bij open steenasfalt omhult en aan elkaar hecht, bepaalt de weerstand tegen erosie. Een grotere dikte van de omhulling verhoogt de weerstand tegen erosie.
De weerstand van open steenasfalt tegen erosie vermindert door de inwerking van zuurstof en water. Door oxidatie wordt het bitumen brosser. Hierdoor neemt weliswaar de sterkte toe, maar de weerstand tegen vervormen neemt af en bij belasting zullen er eerder individuele stenen uit de bekleding verdwijnen.
Water kan op de lange termijn de hechting tussen het bitumen en de steen aantasten waardoor de sterkte vermindert. Daarom is het van belang dat er een combinatie van steen en bitumen wordt gekozen die een goede affiniteit met elkaar hebben om een optimale, duurzame hechting tussen steen en bitumen te realiseren.
Erosie van open steenasfalt treedt bij bekledingen gelegen in de getijzone op tijdens de gebruiksfase. Dit betekent dat een beheerder in die gevallen doorgaans voldoende tijd heeft om optredende schade te herstellen.