Zoeken in deze site

Aandachtspunten modellering probabilistische methode - Rekenmodellen

Aandachtspunten modellering probabilistische methode

De aandachtspunten die geformuleerd zijn voor de semi-probabilistische aanpak met behulp van een EEM zijn ook van toepassing op de probabilistische aanpak met behulp van EEM.

Bij de probabilistische aanpak wordt naast de EEM-berekening nog gebruik gemaakt van de spreadsheetprogramma’s ARBEID, UNDRAINE en SOMARBEID. Deze vormen de kern van de probabilistische aanpak (zie ook paragraaf 5.2.9 en appendix F t/m G).

Deze aandachtspunten hebben betrekking op de modellering van het stabiliteitspro- bleem in PLAXIS (versie 6.31). Voor de probabilistische methode zijn verder nog de volgende punten te noemen:

a.  Bij het kiezen van kinematische elementen moet men er op bedacht zijn dat de stochastische karakterisering van de schuifsterkteparameters binnen één kine- matische element geacht worden te zijn getrokken uit de kansverdelingsfunctie voor de grondlaag waarbinnen dit element ligt. Dit betekent dat zich binnen de kinema- tische elementen geen grondlaagscheidingen mogen bevinden. Bij verschillende kinematische elementen binnen één en dezelfde grondlaag wordt de onderlinge correlatie tussen schuifsterkteparameters van deze elementen automatisch correct meegenomen in het spreadsheet SOMARBEID; in die zin is er geen beperking om binnen één en dezelfde grondlaag meerdere kinematische elementen te kiezen.

b.  In de berekeningsmethodiek in het spreadsheet UNDRAINE wordt uitgegaan van normale kansverdelingsfuncties van de schuifsterkteparameters. Met name voor de cohesie in klei- en veenlagen kan dit problemen geven, wanneer de variatiecoëffi- ciënten groot zijn. Verder worden correlaties tussen de cohesie en de hoek van inwendige wrijving (beide parameters komen uit één en dezelfde proef) niet meege- nomen. Een aanpassing van het spreadsheet UNDRAINE om deze problemen te ondervangen wordt wel overwogen, maar is ten tijde van het verschijnen van dit rapport nog niet gerealiseerd.

c.  De keuze van kinematische elementen is afhankelijk van persoonlijke interpretatie van het verplaatsingsincrementenveld dat door PLAXIS berekend wordt. Afhankelijk van het probleem zal dit veld en daardoor ook de keuze van de kinematische ele- menten meer of minder eenduidig zijn.

Arbitrariteit van de keuze van de kinematische elementen betreft voornamelijk de elementen onder de kistdam en in het passieve gebied. De keuze van grondelemen- ten tussen de damwanden alsmede de keuze van de wrijvingselementen ligt zeer eenduidig voor de hand. Hooguit zou een sterk niet lineair verloop van het verplaatsingsveld aanleiding kunnen zijn voor een andere indeling van kinematische elementen. De invloed van de keuze van de kinematische elementen zal betrekkelijk gering zijn, zolang ervoor gezorgd wordt dat met de elementen het gebied (of de gebieden) met grote plastische rekken wordt meegenomen en binnen de elementen geen grote gradiëntverschillen van plastische rekken voorkomen. Een door GD uitgevoerde voorbeeldberekening [55] heeft aangetoond dat de berekende betrouwbaarheidsindex slechts in geringe mate afhankelijk is van de keuze van de kinematische elementen en de interpretatie van het verplaatsingsveld.

d.  Bij betrouwbaarheidsanalyses voor waterkeringen speelt de stochastiek van de buitenwaterstand een rol. Deze moet vooralsnog meegenomen worden op de wijze zoals verwoord in de ontwerpstappen in paragraaf 4.4.3 en de aanpak in Appendix

A.  Deze werkwijze is nog niet hard geïmplementeerd in de berekeningspro- gramma’s. De crux van de opzet in paragraaf 4.4.3 zit in stap 2 (berekenen van Fv bij een lagere waterstand). Bij die stap moet er op toegezien worden dat de veran- dering van de water(over)spanningen in het grondmassief, als respons op veran- dering van de buitenwaterstand, niet al te abrupt is. In de berekeningsmethodiek wordt er feitelijk van uit gegaan dat de veranderingen van de water(over)spanningen in het grondmassief, als gevolg van de verandering van de buitenwaterstand, gelei- delijk zijn en derhalve door slechts één stap goed gekarakteriseerd kunnen worden. Indien dit niet zo is moet een gecompliceerdere procedure worden gevolgd, waarbij numeriek over de kansdichtheidsverdelingsfunctie van de buitenwaterstand wordt geïntegreerd. Aanbevolen wordt om hiervoor deskundigen te raadplegen.

Bron

Technisch Rapport Kistdammen en Diepwanden in Waterkeringen (TR22)

Hoofdstuk
Rekenmodellen
Auteur
Smidt J.Th de
Organisatie auteur
Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde
Verschijningsdatum
11/1/2004 12:00:00 AM
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.