Bijlage 5 Schadebeelden
Foto b5.1 Waal, Rechteroever te Heesselt (DP 126) tijdens hoogwater 1988. Schoon water spuit achter de dijk boven het maaiveld uit. [RWS-DWW 470/20]
Opvallend is dat dit vlak voor een sloot optreedt. Mogelijk is dit het gevolg van graverijen of een niet afgedicht boorgat. Indien ook zandtransport zichtbaar is, kan deze wel duiden op het mechanisme piping.
Foto b5.2 Stroming zichtbaar in de sloot aan de binnenteen van de waaldijk te Herwijenen, tijdens vorstperiode. [RWS-DWW 199/24]
Foto b5.3 Zandmeevoerende wel in slootkant Waalbandijk Noord, na een hoge buitenwaterstand. [RWS-DWW 132/4a]
Foto b5.4 Verkleuring van het slootwater door zandmeevoerende wel in kwelsloot nabij Waardenburg. [RWS-DWW 125/16]
Foto b5.5 Opkwellend water. [GeoDelft]
Opvallend is de natte vegetatie die rond de wel is ontstaan. Bij situaties waarbij het water net niet opkwelt, kan de vegetatie een aanwijzing zijn dat er freatisch grondwater direct aan het oppervlak aanwezig is. Het optreden van dergelijke natte vegetatie is overigens afhankelijk van de waterkwaliteit en de reeds aanwezige begroeiing.
Bij dagen van vorst zullen deze plekken slecht kunnen bevriezen, zodat er een onderscheid kan worden gemaakt met plasvorming door neerslag.
Foto b5.6 Wel in een sloot binnendijks. [GeoDelft]
Opvallend is de grootte van de wel die duidelijk zichtbaar is aan het slootoppervlak. Op vorstdagen zullen in dergelijke gevallen zeer dunne plekken of open plekken in het ijs zichtbaar zijn. Ook deze vormen een aanwijzing voor de aanwezigheid van een wel. De stijghoogte in het watervoerende pakket is op een dergelijk punt gelijk aan of hoger dan het slootpeil.
Foto b5.7 Bevroren kwelstromen langs de Westerlanderdijk. [USHN, 1996]
Foto b5.8 Bevroren kwelstromen langs de Westerlanderdijk. [USHN, 1996]
oto´s b5.7 en b5.8 betreffen verschillende kwelsituaties via tussenzandlagen langs de Westerlanderdijk, aan de westkant van Wieringen. Doordat het vroor waren de (bevroren) kwelstromen goed te zien. Dit kwelprobleem is inmiddels verholpen doordat, voor het opheffen van een opdrijfsituatie als inleidend mechanisme voor
macro-instabiliteit bij MHW, een waterdichte (kunststof) damwand is ingebracht om de watervoerende tussenzandlaag af te sluiten.
Foto b5.9 Rechteroever Pannerdensch Kanaal (km 868), uittredend water tijdens hoogwater op 27-12-1993. [AGI multimedia nr.
8274.57]
Foto b5.10 Linkeroever Waal (km 881, Ooipolder, Groenlanden, Dijk van Groenlanden naar Tiengeboden), ondergestroomd achterland ten gevolge van kwel. [AGI multimedia nr. 8176.25]
Foto b5.11 Erosie buitentalud [RWS/DWW 825/181t]
Foto b5.12 Ondiepe afschuiving buitentalud na hoogwater, Wijk en Aalburg, 100 meter noordelijk van de brug over het Heusdens kanaal. [RWS/DWW 833/6]
Foto b5.13 Kippenren op binnentalud van een dijk tijdens het hoogwater van 1995, Nederrijn, linkeroever, Heteren (hmp 260). [RWS/DWW 912/8a]
Een situatie als weergegeven in foto b5.13 is een potentieel gevoelige plek voor erosie.
Foto b5.14 Dijk met geërodeerd binnentalud tijdens het hoogwater van 1995, Rijswijk, Afgedamde Maas, Nieuwendijk. [RWS/DWW 908/23]
Foto b5.15 Scheurvorming in wegdek ten gevolge van onvoldoende stabiliteit tijdens hoogwater op 2-2-1995, dijk tussen Ameide en Tienhoven (DP29). [RWS/DWW 907/29]
Foto b5.16 Opbarsten binnendijks maaiveld tijdens hoogwater van 1995, Lek, linkeroever (DP36) te Lexmond. (Noodvoorziening.
Wellicht gevaarlijkste schade van 1995) [RWS/DWW 907/14]
Schadebeelden ten gevolge van activiteiten van muskusratten
Graverijen in de dijk door onder andere muskusratten kunnen een ongunstig (verhogend) effect hebben op de ontwikkeling van de freatische lijn tijdens hoogwater. Enkele signalen die op de aanwezigheid van de muskusrat duiden zijn:
-
gangen in oevers, bijna zo groot als konijnenholen, met de ingang onder water;
-
oeverbeschadigingen en verzakkingen;
-
platgetreden paadjes van ongeveer 12 cm breed door de oeverbeplanting;
-
kaalgevreten bouwland;
-
winterhutten van rietachtig materiaal.
In figuur b5.17 en figuur b5.18 zijn twee dwarsdoorsneden met onderlinge afstand 40 m van een dijk in het benederivierengebied getekend, waarin de activiteiten van muskusratten en de ontwikkeling in 1 jaar zijn aangetoond. In de eerste figuur is een gangenstelsel (stippellijn) te zien. De muskusratten zijn daar gevangen en er is een hekwerk met gaas geplaatst. Eén muskusrat heeft het 40 meter verderop op een minder gunstige plek opnieuw geprobeerd. Het 2efiguur laat de nieuwe gang zien (dikke lijn) na 1 jaar.
Figuur b5.17 Dwarsdoorsnede dijk ter plaatse van gangenstelsel muskusratten. [Provincie Zuid Holland]
Figuur b5.18 Dwarsdoorsnede dijk 1 jaar later, in een profiel 40 m verder. [Provincie Zuid Holland]
Foto b5.19 Opengraven van het hiervoor genoemde door muskusratten gemaakte gangenstelsel. [Provincie Zuid Holland]
Foto b5.20 Bovenaanzicht opengegraven gangenstelsel. [Provincie Zuid Holland]
Foto b5.21 Hol van de muskusrat. [Provincie Zuid Holland]
Foto b5.22 Bovenaanzicht hol muskusrat. [Provincie Zuid Holland]
Foto b5.23 Molshopen op binnentalud tijdens hoogwater 1995, rechteroever van de Maas (DP 77) te Overasselt. [RWS/DWW]
Foto b5.24 Dassenhol in dijktalud tijdens hoogwater van 1993, rechteroever van de Maas (DP 79) te Overasselt. [RWS/DWW]
De zakken op bovenstaande foto zijn aangebracht om het water op te vangen dat bij hoog water uit het gat stroomt. Hierdoor ontstaat een tegendruk en stopt de waterstroom waarmee piping/erosie wordt voorkomen.
Er zijn verschillende oorzaken mogelijk voor natte plekken in een dijklichaam. Vaak gaan de eerste gedachten uit naar een watervoerende tussenzandlaag of naar een verbinding met een diepere watervoerende laag, bijvoorbeeld door het te diep prikken van verticale drains.
De oorzaak kan ook veel simpeler zijn: het lekken van een waterleiding is iets dat in de praktijk regelmatig voorkomt. Niet altijd is de leidingbeheerder daar op bedacht en soms wordt er vol ongeloof gereageerd. Na afsluiten van de waterleiding wordt de werkelijke oorzaak in het algemeen snel duidelijk.
De volgende foto’s (b5.25 t/m 28) zijn gemaakt bij Papendrecht Oost. In het kader van dijkversterking was onder de nieuwe binnenberm verticale drainage aangebracht. Van de natte plekken die ontstonden werd gevreesd dat kortsluiting was gemaakt met het watervoerend pakket. Het bleek echter dat bij aanleg een waterleiding was geraakt, waarvan eerder niet bekend was dat deze onder de locatie van de werkzaamheden door liep.
Foto b5.25 Natte plekken aan de binnenteen van een hoofdwaterkering in het benedenrivierengebied [Arcadis]
Foto b5.26 Natte plekken bij de teen van voornoemde dijk [Arcadis]
Foto’s b5.27 en b5.28 Uitstromend water en grond na ontgraven [Arcadis]
Foto b5.29 Overlopende peilbuizen achter de Lekdijk tijdens hoog water voor de dijk (linkeroever, hmp 74, nabij stuw Hagestein). [GeoDelft]
Foto b5.30 Waarneming in den natte bij hoog water voor de dijk. [GeoDelft]