Atterbergse grenzen
Bestaande methoden
Wat betreft de Atterbergse grenzen zijn geen speciale methoden bekend voor veen en organische gronden. De bepaling van de vloeigrens in vezelhoudend materiaal is moeilijk of onmogelijk. Aan de resultaten van de bepaling dient weinig waarde te worden toegekend.
De bepaling van de uitrolgrens is onmogelijk en wordt ontraden.
Aanbevolen methode
Het wordt aanbevolen voorafgaand aan de bepaling van de vloeigrens eerst de verweringsgraad volgens von Post vast te stellen, zoals beschreven in paragraaf 3.5.3. Wanneer is vastgesteld, dat de verweringsgraad hoger dan 6 is, kan worden getracht de vloeigrens te bepalen. De bepaling dient te worden uitgevoerd in het valconusapparaat volgens BS 1377 [BS 1990], paragraaf 2.2.1, test 2A.
Eerst dienen met een pincet alle houtfragmenten en grove vezels, groter dan 425 urn, te worden verwijderd. Het water dat tijdens de proef wordt toegevoegd, dient zo mogelijk afkomstig te zijn uit naburige monsters.
Ontraden methoden
Bepaling van de vloeigrens in de Casagrande-cup of bepaling van de uitrolgrens wordt ontraden.
Codering van de classificatieparameters voor verkorte beschrijving
Inleiding
Wanneer een materiaal is geclassificeerd, is het mogelijk de resultaten van de classificatieproeven verkort weer te geven door middel van een codering. Hiertoe wordt in de literatuur vaak een systeem gebruikt, dat is voorgesteld door [von Post 1922], en aangepast door [Landva, Pheeney 1980] en [Hobbs 1986].
Aanbevolen methode
Het coderingssysteem bestaat uit de volgende componenten:
- botanische samenstelling
- verweringsgraad
- watergehalte
- gehalte aan fijne vezels
- gehalte aan grove vezels
- gehalte aan hout
- asgehalte
- treksterkte in horizontale en verticale richting
De codering is gegeven in appendix G.