Keuze van sterkteproef
Onder een sterkteproef wordt een proef verstaan, waarvan uit de resultaten sterkteparameters afgeleid kunnen worden. Sterkteparameters zijn:
- effectieve cohesie (c')
- effectieve hoek van inwendige wrijving (φ')
- ongedraineerde schuifsterkte (cu)
De verschillende sterkteproeven zijn beschreven in paragraaf 4.2.
Aan de hand van de boorbeschrijving (appendix A.2) en, indien bekend, de verdeling van het volumegewicht in natuurlijke toestand (Ynat) over de lengte van de boring kan een keuze gemaakt worden van te beproeven monsters. Bij de keuze van een monster moet erop gelet worden, dat zich geen grove delen als hout en takjes in het te beproeven monster bevinden, aangezien deze de resultaten van de sterkteproef sterk beïnvloeden.
Voor het vaststellen van de meest geschikte sterkteproef kan gebruik gemaakt worden van tabel 2.2. In dien de verdeling van het volumegewicht in natuurlijke toestand (Ynat) over de lengte van de boring niet bekend is, kan deze voor de grondlaag, waaruit het te beproeven monster genomen wordt, bepaald worden uit een monster met een volume van circa 100 à 150 cm3(hoogte 3 à 5 cm bij een diameter van 66 mm) conform paragraaf 3.5.4.
Om meer inzicht te krijgen in de samenstelling van de grondlaag, waaruit het te beproeven monster wordt genomen, kunnen naast het volumegewicht in natuurlijke toestand (ynat) de volgende classificatieparameters bepaald worden:
- botanische samenstelling
- gehalte aan fijne en grove vezels
- gehalte aan hout en takjes
- watergehalte (w)
- asgehalte (a)
- pyrofosfaatverweringsindex (PVI)
- krimp
Voor de bepaling van de hiervoor genoemde classificatieparameters wordt aanbevolen twee monsters (monster 1 en 2) met ieder een volume van circa 100 à 150 cm3(hoogte van 3 à 5 cm bij een diameter van 66 mm) te gebruiken. De volgorde van de bepalingen is als volgt:
Het bepalen van de hiervoor genoemde classificatieparameters leidt niet direct tot een afgewogen keuze van de sterkteproef, het leidt echter wel tot meer inzicht.