Zoeken in deze site

Invloed voorland op opbarstberekening - Rekenmodellen en rekenregels

Invloed voorland op opbarstberekening

Het voorland heeft een reducerend effect op de potentiaal in het zand ter plaatse van een potentiële opbarstlocatie. Dit effect wordt automatisch meegenomen wanneer voor de berekening van de potentiaal in de zandlaag gebruik gemaakt wordt van het programma WATEX met het zogenoemde ‘drie sectie model’ (voorland, waterkering en achterland).

Ruwweg gesproken komt het er op neer dat het theoretische intreepunt voor de grondwaterstroming in de zandlaag, ten opzichte van een situatie zonder voorland, over een lengte van:

afbeelding_frombase64_0                                                           (5.18)

in de richting van het buitenwater wordt verplaatst. In deze formule is Lvde breedte van het voorland, λ1de spreidingslengte (zie paragraaf 5.2.3) en tanh(x) de hyperbolische tangentfunctie:

afbeelding_frombase64_1                                                                   (5.19)

Voor kleine waarden van Lv/λ1, bijvoorbeeld kleiner dan 0,5 geldt da’ L'v≈ Lv. Voor grote waarden van Lv/λ1, bijvoorbeeld groter dan 2, i’ L'v≈ λ1.

Bron

Onderzoeksrapport zandmeevoerende wellen (1202123-003-GEO-0002)

Hoofdstuk
Rekenmodellen en rekenregels
Auteur
Ulrich Förster, Geeralt van den Ham, Ed Calle, Gerard Kruse
Organisatie auteur
Deltares
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat Waterdienst
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.