Heavecriterium
Om voldoende veiligheid tegen heave te waarborgen dient bij een verticale kwelstroming in zandige grond achter een kwelscherm het maximaal optredende verhang kleiner te zijn dan het verhang waarbij heave optreedt. Het verhang waarbij heave optreedt, het kritieke verhang ic, is (zie Figuur 5.7):
(5.11)
Hierin is:
γ' het ondergedompeld volumegewicht van de grond [kN/m3]
γw het volumegewicht van het (grond)water [kN/m3]
Φo de stijghoogte ter plaatse van de onderkant van het kwelscherm [m t.o.v. referentie] waar het uittreeverhang maximaal is.
hp het polderpeil (vrije waterspiegel of maaiveld) [m t.o.v. referentie] n de porositeit [-] in de zandlaag
γ p het volumegewicht van het korrelmateriaal [ = 26 kN/m3]
x afstand waar het uittredeverhang maximaal is [m]
Figuur 5.7 Kwelscherm bij grondconstructies
Indien de grond laagsgewijs is opgebouwd, kan het ondergedompelde volumegewicht door laagsgewijze sommatie worden berekend:
(5.12)
Het uittredeverhang i is sterk afhankelijk van het totale verval over de kering en de geohydrologische configuratie en de plaats en diepte van eventuele kwelschermen.
Voor grondconstructies op een zandige ondergrond met kwelschermen wordt aangenomen dat wanneer het (verticale) uittredeverhang i groter is dan 0,5 zandmeevoerende wellen ontstaan en een verdergaande controle op piping is vereist.
Het heavecriterium luidt:
(5.13)
waarin ioptr het optredend verhang is en itoel een veilige toelaatbare waarde.
Voor de in de toetsing toe te passen veiligheidsfactor wordt verwezen naar par. 7.3.2.2.