Een bekleding moet weerstand kunnen bieden aan de volgende hydraulische belastingen:
-
Wateroverdrukken onder de bekleding. Deze worden bij taludbekledingen veroorzaakt door waterstandsverschillen in en buiten het grondlichaam. Gesloten dijkbekledingen moeten worden gedimensioneerd op wateroverdruk als gelijktijdig een hoge grond- waterstand in het dijklichaam en een lage buitenwaterstand kunnen optreden. Deze situatie treedt op als de buitenwaterstand direct na het optreden van een hoog water snel daalt. Dimensionering op wateroverdrukken wordt behandeld in §4.3 ‘Golfbelastingen op de bekleding’. Deze golven worden veroorzaakt door wind en schepen. Een bekleding moet bestand zijn tegen de golfklappen die golven kunnen veroorzaken. Dimensioneringsregels worden behandeld in §4.4.
Tabel 3-5: Hydraulische belastingen per zone
-
Stroming langs de bekleding. Stroming van water langs de bekleding kan erosie aan het oppervlak veroorzaken. In §4.5 wordt dimensionering op stroming behandeld.
-
Stroming door golfoploop. Door golfoploop kan het oppervlak eveneens worden aangetast. Zie verder §4.6.
-
Overdrukken door golfbeweging. Bij een teenbescherming kunnen drukverschillen optreden door stroming en golfbewegingen. Dimensionering op deze mechanismen wordt behandeld in §4.10.
In Tabel 3-5 is per dijktype en per asfalttype aangegeven in welke zone en op welke belasting moet worden gedimensioneerd.