Bij gegeven golfcondities, gemiddeld golfoverslagdebiet en tijdsduur, zal er een bepaald aantal golven over de dijk slaan (zie Figuur 4.2). Daarmee is ook te berekenen hoe groot elk volume in een overslaande golf zal zijn [6]. De volgende verdeling wordt aangehouden voor de overslaande volumes:
Hierin is Pv (-) de kans dat de realisatie van het overslagvolume per golf V kleiner dan of gelijk is aan V, V het volume van een overslaande golf (m3 per m), Tm de gemiddelde golfperiode (s), q het gemiddeld overslagdebiet (m3/s per m) en Pov de kans op overslaande golven. Voor Tm/Pov kan eventueel ook t/Now worden genomen, waarbij t de totale duur van overslag is (in seconden) en Now het aantal overslaande golven. De coëfficiënt 0,84 volgt mathematisch uit de vorm van de verdeling, welke gegeven wordt door de coëfficiënt 0,75 in
bovenstaande formule. In feite wordt deze coëfficiënt gevonden door integratie over de verdeling. De coëfficiënt 0,84 wordt verkregen bij een oneindig aantal overslaande golven. In Figuur 4.3 wordt een voorbeeld gegeven van de verdeling van golfoverslagvolumes gedurende een storm, bij een golfhoogte van 2 m.
Figuur 4.3 Verdelingen van overslaande golfvolumes, uitgaande van Hs = 2 m, Tp = 5.7 s, een buitentalud van 1:4 en een tijdsduur van 6 uur.
Voorbeeld:
Met de bovengenoemde formules kunnen verdelingen worden berekend bij verschillende gemiddelde golfoverslagdebieten en Figuur 4.3 geeft hiervan een voorbeeld voor een golfhoogte van 2 m. Bij een toename van het gemiddeld overslagdebiet wordt het aantal overslaande golven groter en ook de volumes in deze golven. De figuur geeft ook duidelijk het karakter aan van golfoverslag: er zijn heel veel overslaande golven met een klein volume en maar een paar golven met een veel groter volume. Het zijn juist deze grote volumes die schade aan de grasbekleding kunnen veroorzaken (zie ook hoofdstuk 6).