Zoeken in deze site

Toetsproces - Toetsing Voorbeeld: Steenzetting in getijdegebied

Er worden 5 hoofdsporen onderscheiden: toplaaginstabiliteit onder golfaanval, toplaaginstabiliteit onder langsstroming, afschuiving, materiaaltransport vanuit ondergrond en materiaaltransport vanuit granulaire laag. Op welke sporen er getoetst moet worden, hangt af van de locatie van een vlak. Voor de vlakken boven toetspeil is alleen de score op het beoordelingsspoor toplaaginstabiliteit berekend. Voor de vlakken onder toetspeil is op de beoordelingssporen toplaaginstabiliteit, afschuiving en materiaaltransport getoetst. In de toetsing is geen rekening gehouden met reststerkte (erosie van de onderlagen), omdat op voorhand is ingeschat dat de bijdrage onvoldoende zou zijn.

Ten behoeve van het voorbeeld zijn twee bekledingsvlakken nader uitgewerkt: vlak 1, met betonblokken boven GHW en vlak 2, met basaltzuilen onder GHW. In de buurt van vlak 1 is een vlak in de bermzone nog apart op toplaaginstabiliteit getoetst (bekledingsvlak 1a). Daarnaast worden de resultaten voor de gehele dijk globaal beschreven. De parameters van de drie bekledingsvlakken zijn als volgt:

afbeelding_frombase64_0

Bron

Handreiking Dijkbekledingen Deel 2: Steenzettingen (HDD2)

Hoofdstuk
Toetsing Voorbeeld: Steenzetting in getijdegebied
Auteur
Cirkel J., C. van Dam, E. van den Akker, J.W. Nell
Organisatie auteur
Deltares
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat WVL en Projectbureau Zeeweringen
Verschijningsdatum
2015
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.