-
De bereikbaarheid van de steenzetting kan worden gewaarborgd door hier en daar een dijkovergang over de kruin van de dijk te maken. Hierdoor kan de beheerder met een onderhoudsvoertuig op het buitentalud komen. Is het buitentalud zo kort dat het hele talud kan worden bereikt met een hydraulische kraan terwijl de kraan op de kruin staat, dan is dit niet noodzakelijk. Uiteraard moet de kruin dan bereikbaar en voldoende breed zijn voor onderhoudsvoertuigen.
-
Daarnaast is de begaanbaarheid van belang, enerzijds voor een visuele inspectie (lopend) en anderzijds voor onderhoudsvoertuigen. Voor de gangbare steenzettingen geldt dat het oppervlak hiervoor voldoende vlak is. Soms wordt de steenzetting echter zo aangelegd dat er extra ruwheid ontstaat voor het beperken van golfoploop of worden stenen gebruikt met uitsteeksels, waardoor de begaanbaarheid sterk wordt beperkt. Er dient dan een plan te worden uitgewerkt en eventueel maatregelen te worden genomen om de mogelijkheid van onderhoud en inspectie te waarborgen.
-
Al tijdens de aanleg van een steenzetting is bereikbaarheid een belangrijk punt.
De afstand van de kruin tot de teen en de breedte van de kruin kan ervoor zorgen dat het nodig is om halverwege het talud een berm aan te leggen tijdens de uitvoering. Steenzettingen moeten namelijk kunnen worden aangelegd met een hydraulische kraan die in staat moet zijn het hele werk te beslaan. Het kan voordelen hebben om een dergelijke berm ook na de aanleg te behouden.
Hierdoor kunnen onderhoud en reparaties eenvoudig met alle soorten materieel worden uitgevoerd, maar alleen als het niveau van deze berm ongeveer op toetspeil/ontwerppeil ligt. Als de berm ruim onder het toetspeil ligt heeft het een negatieve invloed op de stabiliteit van de steenzetting en slechts een kleine invloed op de golfoploop/overslag.