Slijterosie - Faalmechanismen grasbekleding

De kenmerken van slijterosie is dat het medium laagje voor laagje wordt geërodeerd onder meevoering door het stromende water. Deze erosievorm komt voor bij loskorrelig materiaal en kale klei, zonder veel cohesie door bijvoorbeeld (te weinig) wortels en of cementatie van

gronddeeltjes. Het stromende water dat ten gevolge van de golfoverslag over het medium spoelt, spoelt telkens een klein laagje van het materiaal mee, zie Figuur 5.3.

Figuur 5.3 Ontwikkeling van slijterosie bij een grasbekleding

Het mechanisme komt voor bij zowel zand als klei. Laagje voor laagje wordt het materiaal, redelijk gelijkmatig, weggespoeld/getransporteerd. Bij slijterosie zou men kunnen spreken van een continu proces onder gelijkblijvende stroming. Bij golfoverslag is sprake van pulsbelastingen (stroming) en slijterosie is daardoor in het specifieke geval van golfoverslag slechts “continu” in geval er stroming over het medium plaatsvindt.

Bij klei wordt opgemerkt dat de verschillende verschijningsvormen van klei een andere mate van slijterosie ondergaan. Met uitzondering van net aangelegde dijken, zal klei in een grasbekleding in het algemeen een ontwikkelde bodemstructuur hebben (zie paragraaf 3.3.2). Hierbij zijn er in de fysieke structuur clusteringen van verschillende “klei aggregaten” waarneembaar. Tevens is vaak de porositeit van deze klei groter. De aggregaten eroderen op een andere wijze dan homogene klei, zoals in het geval het kale klei betreft.

Het mechanisme slijterosie blijkt, aan de hand van de overslagproeven, slechts in beperkte mate op te treden bij een grasbekleding en was nooit het maatgevende mechanisme voor falen van de toplaag. Onder belasting van golfoverslag wordt gras schoongespoeld; alle bladeren, vuil en andere losse deeltjes worden door de eerste golven weggespoeld. Met verloop van de proeven werden de bladbasis en de bovenste worteldelen blootgelegd. Het was daarna echter altijd een ander mechanisme waardoor falen van de toplaag optrad. Gras zit goed vast door het wortelnet en erosie van noch de grassprieten zelf of de spriet-wortel verbinding treden op significante schaal op.

Ook op het buitentalud, onder aanval van stroming, golfklappen en golfoploop kan dit mechanisme optreden.

Slijterosie is voor grasbekledingen niet maatgevend gebleken. Er wordt geen specifiek voor dit type erosie afgeleid model gegeven.