Schadegetal (vervolg) - Rekenparameters voor Ontwerp en Toetsing van breuksteen
Bij een ontwerp van een teenbestorting dient ook een veiligheidscoëfficiënt van 1,1 toegepast te worden in het ontwerp. Daarnaast is het toelaatbare schadegetal Nod afhankelijk van de teenbreedte. De Nod geeft aan hoeveel stenen uit een doorsnede verplaatsen tijdens de maatgevende condities. Voor de standaard teenbreedtes van 5 en 10m, zie sectie3.4.4, geldt dat de Nod gelijk is aan 0,5 maal S, waarbij S gekozen wordt uit Tabel 6.4 voor laagdiktes van 2 Dn50).
Wanneer het niet mogelijk is om een standaard teenbreedte van 5 of 10m te kiezen, dient een maximaal schadepercentage van 10% genomen te worden. Bij een teenbestorting van 5Dn50 breed en 2Dn50 hoog is dit dus een Nod van 1,0. Tabel 6.5 geeft de te hanteren Nod- waarden aan voor 3 verschillende teenbreedtes. Hierbij is een standaardhoogte van 2 stenen verdisconteerd. De Nod-waarde dient gebruikt te worden in de Van der Meer formule voor teenbestortingen zoals beschreven in paragraaf 3.4.3, rekenprocedure stap 3.2. In stap 3.1 van paragraaf 3.4.3, dient echter een S-waarde gebruikt te worden. Deze is gelijk aan de S- waarde voor breuksteenbekledingen, zie Tabel 6.4 voor laagdiktes van 2 Dn50.
N od-waarden teenbestorting voor Ontwerp
Breedte teen |
Nod Teenbestorting * |
5Dn50 |
1,0 |
10Dn50 |
2,0 |
15Dn50 |
3,0 |
*waarden overeenkomend met geaccepteerd schadepercentage van 10%
TOETSEN
Bij het toetsen van de breuksteenbekledingen wordt de veiligheidscoëfficiënt op 1,0 gezet. De gekozen waarden houden in dat de constructie nog gerepareerd kan worden en er bovendien een acceptabel veiligheidsrisico wordt gelopen.
In Tabel 6.6, 6.7 en 6.8 is een ondergrens (A) en een bovengrens (B) gegeven voor het schadegetal S en Nod. De ondergrens komt overeen met de waarde voor het ontwerp. Als de berekende Dn50 kleiner of gelijk is aan de aanwezige Dn50 bij gebruikmaking van de waarde van S bij A, dan is de bekleding ‘goed’ (de werkelijke S bij de aanwezige Dn50 zou in dat geval dus kleiner zijn). Als het groter is dan de aanwezige Dn50 bij gebruikmaking van de waarde van S bij B, dan is het ‘onvoldoende’. Tussen deze twee waarden in (berekende Dn50 groter dan aanwezige Dn50 bij gebruikmaking van de ondergrens en kleiner bij gebruikmaking van de bovengrens) is het toetsresultaat ‘geavanceerd’.
Breuksteen tot tenminste Hs boven ontwerp/toetspeil |
||
Taludhelling |
laagdikte van 2Dn50 A-B |
laagdikte van 3Dn50 A-B |
1:1.5 |
4-8 |
6-12 |
1:2 |
5-8 |
8-12 |
1:3 |
8-12 |
11-17 |
1:4 |
10-17 |
14-22 |
1:6 |
10-17 |
14-22 |
Breuksteen tot tenminste Hs boven ontwerp/toetspeil |
||
Taludhelling |
laagdikte van 2Dn50 A-B |
laagdikte van 3Dn50 A-B |
1:1.5 |
4-8 |
6-12 |
1:2 |
5-8 |
8-12 |
1:3 |
8-12 |
11-17 |
1:4 |
10-17 |
14-22 |
1:6 |
10-17 |
14-22 |
S-waarden te gebruiken in de Van der Meer formules voor Toetsing van breuksteenbekledingen, m.u.v. overlagingen (ondergrens A tot bovengrens B)
Katern IV: Algemene informatie
Breuksteen tot maximaal Hs boven ontwerp/toetspeil of lager (wel Y toepassen) |
||
Taludhelling |
laagdikte van 2Dn50 A-B |
extra reserve van 2Dn50parallel aan talud A-B |
1:1.5 |
4-6 |
6-8 |
1:2 |
5-7 |
7-9 |
1:3 |
7-11 |
10-12 |
1:4 |
10-14 |
13-15 |
1:6 |
10-14 |
14-16 |
Breuksteen tot maximaal Hs boven ontwerp/toetspeil of lager (wel Y toepassen) |
||
Taludhelling |
laagdikte van 2Dn50 A-B |
extra reserve van 2Dn50parallel aan talud A-B |
1:1.5 |
4-6 |
6-8 |
1:2 |
5-7 |
7-9 |
1:3 |
7-11 |
10-12 |
1:4 |
10-14 |
13-15 |
1:6 |
10-14 |
14-16 |
S-waarden te gebruiken in de Van der Meer formules voor Toetsing van breuksteenoverlagingen (ondergrens A tot bovengrens B)
Tabel 6.8: Nod-waarden voor Toetsing (ondergrens A tot bovengrens B)
Breedte teen |
Nod Teenbestorting A (10% schade)-B (20% schade) |
5Dn50 |
1,0-2,0 |
10Dn50 |
2,0-4,0 |
15Dn50 |
3,0-6,0 |
De waarden van A zijn in Tabel 6.8 gelijk aan de ontwerpwaarden, nl de 10% schade waarden. De waarden van B zijn gelijk aan de 20% waarden wat overeenkomt met een zekere mate van afvlakking. Tabel 6.6 dient gebruikt te worden wanneer de teenbestorting wordt berekend volgens de methodiek van samengestelde taluds zoals beschreven in paragraaf 3.4.3.
Bron
Handreiking Dijkbekledingen Deel 4: Breuksteenbekledingen (HDD4)
- Hoofdstuk
- Rekenparameters voor Ontwerp en Toetsing van breuksteen
- Auteur
-
Cirkel J., C. van Dam, E. van den Akker, J.W. Nell
- Organisatie auteur
-
Deltares
- Opdrachtgever
-
Rijkswaterstaat WVL en Projectbureau Zeeweringen
- Verschijningsdatum
-
2015
Over versie 1.0: 29 juni 2018
Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.