Voor de karakteristieke waarden voor de parameters worden altijd veilige waarden gekozen. Een kleinere laagdikte en een hogere elasticiteitsmodulus zijn ongunstig voor de veiligheid van de constructie. Voor de laagdikte wordt dus een karakteristieke ondergrens en voor de elasticiteitsmodulus wordt een karakteristieke bovengrens gebruikt bij de toetsing.
Tabel 6-1: Factor t, geldig voor zowel een 5%-ondergrens als een 95%-bovengrens, afhankelijk van het aantal waarnemingen n
1
|
-
|
16
|
1,7531
|
31
|
1,6973
|
46
|
1,6794
|
2
|
6,3138
|
17
|
1,7459
|
32
|
1,6955
|
47
|
1,6787
|
3
|
2,9200
|
18
|
1,7396
|
33
|
1,6939
|
48
|
1,6779
|
4
|
2,3534
|
19
|
1,7341
|
34
|
1,6924
|
49
|
1,6772
|
5
|
2,1318
|
20
|
1,7291
|
35
|
1,6909
|
50
|
1,6766
|
6
|
2,0150
|
21
|
1,7247
|
36
|
1,6896
|
51
|
1,6759
|
7
|
1,9432
|
22
|
1,7207
|
37
|
1,6883
|
52
|
1,6753
|
8
|
1,8946
|
23
|
1,7171
|
38
|
1,6871
|
53
|
1,6747
|
9
|
1,8595
|
24
|
1,7139
|
39
|
1,6860
|
54
|
1,6741
|
10
|
1,8331
|
25
|
1,7109
|
40
|
1,6849
|
55
|
1,6736
|
11
|
1,8125
|
26
|
1,7081
|
41
|
1,6839
|
56
|
1,6730
|
12
|
1,7959
|
27
|
1,7056
|
42
|
1,6829
|
57
|
1,6725
|
13
|
1,7823
|
28
|
1,7033
|
43
|
1,6820
|
58
|
1,6720
|
14
|
1,7709
|
29
|
1,7011
|
44
|
1,6811
|
59
|
1,6716
|
15
|
1,7613
|
30
|
1,6991
|
45
|
1,6802
|
|
1,64
|
Voorbeelden
De laagdikte van de bekleding die bij de gedetailleerde beoordelingen wordt gebruikt, is zodanig dat de kans dat een kleinere dikte wordt aangetroffen gelijk is aan 5% (d5%). Als de laagdikte uit een beperkt aantal waarnemingen ter plaatse van geboorde kernen moet worden afgeleid, is de aanpak als volgt:
Hierin is:
dgem = gemiddelde laagdikte [m]
Bovenstaande methode mag strikt genomen alleen worden gebruikt als de waarnemingen “normaal” verdeeld zijn. Dit is bij asfalteigenschappen niet zonder meer het geval.
Voor de beoordeling met GOLFKLAP is overigens de 5%-onderschrijdingswaarde van log(b) nodig. Aangezien log(b) normaal is verdeeld zijn de hiervoor gegeven formules ook voor log(b) zonder problemen toepasbaar.
Als er sprake is van veel waarnemingen heeft het gebruikmaken van een cumulatieve frequentieverdeling de voorkeur. De cumulatieve frequentieverdeling wordt bepaald volgens NEN 1047 'Receptbladen voor de statistische verwerking van waarnemingen'. Uit deze verdeling zijn de karakteristieke waarden eenvoudig bij 5% of 95% af te lezen. Figuur 6-5 geeft een voorbeeld voor de E-modulus van het asfalt.
Figuur 6-5: Weergave van de gemeten elasticiteitsmoduli (bij 5°C en 10 Hz.) van een vak in een cumulatieve frequentieverdeling. De karakteristieke waarde (E95%) kan in de grafiek worden afgelezen