Invloed van bermen
Figuur 11 geeft een schematisch voorbeeld van een dijk met een berm. Het midden van de berm ligt op een diepte dhbeneden de stilwaterlijn. De bermhelling in Nederland is vaak 1:15. De breedte van de berm wordt gegeven door B, dit is de horizontale afstand tussen de voor- en achterkant van de berm. In paragraaf 1.2 is de definitie van een berm gegeven.
De helling van de berm moet liggen tussen horizontaal en 1:15 en de breedte van de berm mag niet groter zijn dan een kwart van de golflengte. Als de berm niet aan deze voorwaar- den voldoet moet via interpolatie tussen de steilste berm (1:15) en een flauw talud (1:8) in het ene geval, of via interpolatie tussen de langst mogelijke berm (0,25.L0) en een voorland (1,0.L0) in het andere geval, de golfoploop of golfoverslag worden bepaald. Voor de golf- oploop- en golfoverslagberekening wordt een schuine berm eerst geschematiseerd tot een horizontale berm, zoals aangegeven in figuur 11. Hierbij worden onder- en boventalud door- getrokken. De in rekening te brengen bermbreedte B wordt dus kleiner. De bermdiepte, dh, ten opzichte van SWL blijft gelijk.
De invloedsfactor Υb die voor een berm in rekening kan worden gebracht bestaat uit twee factoren. Eén voor de invloed van de breedte van de berm, rB, en één voor de ligging van het midden van de berm ten opzichte van de stilwaterlijn, rdh.
figuur 11:schematisatie, breedte en diepteligging van een berm
Er geldt:
Als de berm op de waterlijn ligt, is rdh= 0 en zorgt rBervoor dat γb kleiner wordt dan 1 (de invloed van de bermbreedte). Als de berm niet op de waterlijn ligt, wordt rBvermenigvuldigd met een getal kleiner dan 1 en wordt de invloedsfactor γb dus weer groter dan in het geval dat de berm op de waterlijn ligt.
Invloed bermbreedte rB
De invloed van de bermbreedte kan worden gegeven door de verandering in taludhelling te beschouwen, zie figuur 12:
Invloed bermligging rdh
De bermligging ten opzichte van de stilwaterlijn heeft natuurlijk invloed op de golfoploop. Rondom de waterlijn is de berm het meest effectief. De invloed van de berm is verdwenen als de berm hoger ligt dan de oploop op het benedentalud; de oploop bereikt dan immers de berm niet meer en er is eigenlijk sprake van oploop op een talud zonder berm. Gesteld wordt dat de invloed van de berm ook is verdwenen als deze meer dan 2•Hm0onder de stil- waterlijn ligt.
figuur 12: bepaling van de verandering in taludhelling bij een berm