Een ingegoten steenzetting bezwijkt op een andere manier dan een niet-ingegoten steenzetting. Er is sprake van een langzame aftakeling waarin meerdere fasen te onderscheiden zijn. In een eerste fase leiden grote golfterugtrekkingen tot kortstondig opdrijven van de toplaag, waardoor golfklappen scheuren kunnen veroorzaken in de toplaag.
Naarmate het aantal scheuren toeneemt, neemt de sterkte van de toplaag af. Tegelijkertijd neemt de doorlatendheid toe, maar deze kan de sterkte-afname onvoldoende compenseren waardoor de toplaag steeds meer gaat vervormen en het filter gaat migreren. Op een gegeven moment is de bekleding zodanig vervormd en beschadigd dat ze bij een grote golfterugtrekking of golfklap over een oppervlakte van meerdere zuilen bezwijkt. Er is niet uitgebreid onderzocht hoe de bekledingseigenschappen en de golfparameters het bezwijkproces en de sterkte van een ingegoten steenzetting beïnvloeden. De sterkte wordt berekend met een empirische formule die opgenomen is in STEENTOETS.
Controle toplaagdikte
Omdat de toplaagdikte al vastligt, bestaat het ontwerp uit het controleren of de aanwezige zuilenzetting voldoende sterk wordt als ze goed met gietasfalt wordt ingegoten. Deze controleberekening wordt uitgevoerd met STEENTOETS. Daarbij zijn er de volgende aandachtspunten:
- Om de bekleding te berekenen als een goed ingegoten steenzetting wordt een ingietingsdiepte ingevoerd die groter is dan de helft van de toplaagdikte, met een minimum van 0,1 meter;
- Voor het berekenen van de stabiliteit is de te verwachte waarde van Valgewicht- deflectiemetingen (VGD-metingen) nodig. Als men daar geen inschatting van kan maken, wordt aanbevolen een conservatieve waarde te gebruiken van 1 GPa.
- Standaard wordt in het ontwerp een veiligheidsfactor van 1,1 toegepast alhoewel er iets minder onzekerheden zijn dan bij een geheel nieuwe steenzetting.