Dit mechanisme kan relevant zijn voor open steenasfalt.
Individuele stenen kunnen uit een bekleding van open steenasfalt raken doordat deze worden belast door bijvoorbeeld drijvend vuil, rollende stenen uit een ondergelegen steenbestorting of doordat achtergebleven water bij opvriezen stenen uit de bekleding drukt. De bekleding faalt als de laagdikte door erosie zodanig is afgenomen, dat de bekleding niet meer in staat is om de maatgevende belastingen te weerstaan.
De sterkte van de asfaltmastiek, die de stenen bij dit asfalttype omhult en aan elkaar hecht, bepaalt de weerstand tegen erosie. Een grotere dikte van de omhulling verhoogt de weerstand tegen erosie. Daarnaast is het van belang dat er een combinatie van steen en bitumen wordt gekozen die een goede affiniteit met elkaar hebben om een goede hechting tussen steen en bitumen te realiseren. Zie ook §8.5.1.
De weerstand van open steenasfalt tegen erosie vermindert door de inwerking van zuurstof en water. Door oxidatie wordt het bitumen brosser. Hierdoor neemt weliswaar de sterkte toe, maar de weerstand tegen vervormen neemt af en bij belasting zullen er eerder individuele stenen uit de bekleding verdwijnen. Water kan op de lange termijn bitumen van de steen verdringen waardoor de sterkte vermindert.
Erosie van open steenasfalt treedt bij bekledingen gelegen in de getijzone op tijdens de gebruiksfase. Dit betekent dat een beheerder in die gevallen doorgaans voldoende tijd heeft om optredende schade te herstellen. Falen van inspectie en falen van onderhoud zijn dus voorwaarden voor het falen van de bekleding ten gevolge van dit mechanisme.