Uit de onderstaande Figuur 4.2 kan dan ook gehaald worden hoeveel een verruiming van een toelaatbaar overslagdebiet oplevert wat betreft beperking van de benodigde kruin- of dijkhoogte. Hierbij wordt nadrukkelijk opgemerkt dat onderscheid moet worden gemaakt naar verschillende mechanismen. Een verruiming van het toelaatbare gemiddelde overslagdebiet ten aanzien van het mechanisme erosie hoeft nog niets te zeggen over de effecten op afschuiven van de bekleding en andere ongewenste effecten ten aanzien van de veiligheid van dijken onder extreme omstandigheden.
Figuur 4.2 Relatie vrije kruinhoogte versus gemiddeld overslagdebiet voor drie golfhoogten
In Figuur 4.2 is voor elke golfhoogte het gemiddeld overslagdebiet uitgezet met de bijbehorende vrije kruinhoogte en voor de drie golfhoogten. Voor de vrije kruinhoogte kan ook gelezen worden de benodigde kruinhoogte, gegeven een toelaatbaar overslagdebiet. Het linker deel van de grafiek loopt het steilste, wat betekent dat de invloed het grootst is als een klein toelaatbaar overslagdebiet, zoals 1 l/s per m, wordt vergroot. Een verruiming naar 5 of 10 l/s per m levert duidelijk een meter of meer winst op.
Wat ook opvalt is dat deze winst duidelijk kleiner is voor kleinere golfhoogten. Als nog grotere golfoverslagdebieten zouden worden toegelaten, dan wordt ook het verschil in kruinhoogte bij dit debiet en bij nog grotere debieten van orde 70-80 l/s per m erg klein, want de lijnen lopen rechts in de figuur vrijwel horizontaal. Een iets verkeerd berekende waterstand kan dan al gauw een overslagdebiet leveren waarbij het binnentalud bezwijkt als gevolg van erosie. Let wel dat ook het effect van golfoverslag op andere mechanismen moet worden meegenomen.