Penetratie met beton of asfalt kan de toplaag waterdicht maken en zoveel extra samenhang tussen de toplaagelementen tot stand brengen dat het geheel fungeert als een plaatbekleding. Voor dit bekledingstype zijn drie bezwijkmechanismen van belang:
De mechanismen afschuiving en materiaaltransport zijn niet principieel anders dan voor standaardsteenzettingen; daarvoor wordt dus verwezen naar paragraaf 14.4 en paragraaf 14.5. In deze paragraaf wordt verder ingegaan op het mechanisme oplichten van de toplaag dat specifiek geldt voor ingegoten bekledingen.
Een ingegoten toplaag kan oplichten door golfbelasting (via drukopbouw in de granulaire laag), door statische wateroverdruk of door een combinatie van beide. Vanaf een bepaalde mate van oplichten kunnen scheuren in de toplaag ontstaan, maar dit leidt nog niet direct tot falen van de toplaag. Het maatgevende mechanisme is dat er ruimte ontstaat tussen toplaag en granulaire laag op het moment dat er een aanzienlijke stroming is in de granulaire laag. Als deze ruimte groot genoeg is, zal migratie van het granulaire materiaal optreden. Op den duur leidt dit tot vervorming van het profiel, waardoor de samenhang van de bekleding verloren gaat. Een ingegoten, en dus volledig waterdichte, teenconstructie is ongunstig voor de stabiliteit.
Als niet zeker is dat de toplaag fungeert als plaat, moet niet alleen rekening worden gehouden met oplichten van de toplaag, maar ook met het bezwijkmechanisme toplaaginstabiliteit van een standaardsteenzetting (zie paragraaf 14.3). Dit is het geval bij een oppervlakkig gepenetreerde (overgoten) steenzetting of als getwijfeld wordt aan de kwaliteit van het penetratiemateriaal; bij ontwerp is dat niet relevant.